6
Typ de UNC-naam (Universal Naming Convention; uniforme naamgevingsregels) voor de poort. Deze bestaat
uit de naam van de server en de naam van de printer.
De naam moet de volgende notatie hebben: \\server\printer.
7
Klik op OK.
8
Klik op Sluiten.
9
Controleer of de nieuwe poort is geselecteerd op het tabblad Poorten en klik op Toepassen.
De nieuwe poort wordt weergegeven bij de naam van de printer.
10
Klik op OK.
Start de hostcomputer en de computer op afstand opnieuw op
Probeer opnieuw af te drukken.
Printer kan niet communiceren met de computer
De printer en de computer kunnen geen gegevens uitwisselen. Controleer of de printer is aangesloten op een
stopcontact en of het lampje
Er is een verkeerde printer aangesloten
De printer die is aangesloten op de computer is niet de juiste printer. Raadpleeg de installatiehandleiding voor meer
informatie over het aansluiten van de printer.
Het papier in de printer is op
1
Plaats papier in de printer.
2
Druk op
.
Printersoftware bijwerken
Voor een optimale werking van de printersoftware moet u de software bijwerken.
1
Start Windows.
2
Wanneer het bureaublad wordt weergegeven, plaatst u de cd met software voor Windows in de computer.
Het installatievenster wordt geopend.
3
Klik op Installeren.
4
Wanneer het dialoogvenster Bestaand stuurprogramma gevonden verschijnt, selecteert u Update van
bestaand stuurprogramma.
Bidirectionele communicatie is niet ingesteld
De printer en de computer lijken geen gegevens te kunnen uitwisselen.
Dit zijn mogelijke oplossingen. Probeer een of meer van de volgende oplossingen:
Controleer of er geen probleem is met de verbindingen
Zie voor meer informatie "Kabel is niet aangesloten, losgeraakt of beschadigd" op pagina 95.
brandt.
98