12.4.3.2 Aansluiten schroefdraadkoppelingen
Procedure
1. Haal voor ¼ inch schroefdraadkoppeling de gewenste schroefdraadkoppeling uit de hydraulische
verbindingsuitrusting 1 ½ inch koppelingen zijn ook beschikbaar.
2. Voor ¼ schroefdraadkoppelingen, de aansluitring over de schroefdraadkoppeling plaatsen en deze
bovenop de pompkop afdichting plaatsen. Voor ½ inch schroefdraadkoppelingen de pompkop
afdichtingen verwijderen en het dubbele o-ring deel van de ½ inch koppeling in de vloeistofpoort
steken.
3. Zet de aansluitring met de hand op de pompkop vast terwijl u de schroefdraadkoppeling met
gereedschap vasthoudt (zie onderstaande tabel)
Schroefconnector
¼" BSPT
¼" NPT
½" BSPT
½" NPT
Procedure
4. Herhaal de procedure voor de andere schroefdraadkoppeling.
5. Controleer op lekkage en draai de aansluitring indien nodig verder aan. Voor het
schroefdraadgedeelte van de connector is een geschikte afdichtingsmethode vereist, zoals chemisch
compatibele draadafdichtingstape om een lekvrije afdichting te verkrijgen.
12 INSTALLATIE: DEEL 3 (VLOEISTOFPAD)
Gereedschap
14 mm steeksleutel
9/16" steeksleutel
½" steeksleutel
13 mm steeksleutel
Afbeelding referentie
(3a)
(3b)
(3a)
(3b)
84