8. Draai met een 21 mm sleutel de wartel tot 2,5 Nm aan om te zorgen voor
een waterdichte afdichting.
Als een andere wartel wordt gebruikt, moet deze IP66 geclassificeerd zijn.
9. Draai de kop van de wartel los, maar verwijder deze niet.
10. Steek de besturingskabel in de losgedraaide wartel.
11. Trek voldoende kabel door de wartel zodat de vereiste connectoren
worden bereikt en de kabel enigszins slap hangt.
12. Strip de buitenmantel indien nodig.
13. Verwijder 5 mm isolatie van de aders. Vertinnen of aderhuls niet nodig.
14. Druk de knop van de veerklem en duw het kale kabeluiteinde in de klem.
15. Laat de knop los om de draad vast te klemmen.
16. Vorm de kabelsafscherming(en) door een geschikte lengte te draaien. De
gedraaide lengte(s) dient/dienen idealiter ommanteld te zijn om
kortsluiting te voorkomen.
17. Maak het uiteinde van de kabelafscherming vast aan de Faston-aansluiters
op de meegeleverde kabelschoen.
18. Als alle aders op hun plaats zitten, het deksel van de module
terugplaatsen.
19. Controleer de pakking en vervang deze bij beschadiging.
BELANGRIJK: Pakking zorgt voor IP66 (NEMA 4X) bescherming.
20. Deksel van de module op zijn plaats houden. De afdichtstrip NIET
verplaatsen
13 INSTALLATIE: DEEL 4 (BESTURINGSAANSLUITINGEN EN BEDRADING)
102