12.2 Voorcontrole checklist vloeistofpad installatie.
Voer voorafgaand aan de vloeistofpad installatie de volgende controle uit.
Controleer of de pomp fysiek is geïnstalleerd overeenkomstig
l
49
Controleer of de pomp elektrisch is geïnstalleerd overeenkomstig
l
voeding)" op pagina 57
Zorg dat een overdruk veiligheidsapparaat, terugslagkleppen, isolatiekleppen, afvoerkleppen en
l
inlaat/uitlaat
leidingwerk geïnstalleerd en getest zijn overeenkomstig
pagina
65. Monteer geen ventiel of afvoerpoort op de pompkop.
Als er een probleem is met een van de bovenstaande controles, ga dan niet verder met de vloeistofpad installatie
en instrueer dat de pomp uit bedrijf wordt genomen, totdat aan de voorafgaande vereisten voor de vloeistofpad
installatie is voldaan.
12.3 De pompkop voor de eerste keer installeren
De procedure voor de eerste keer installeren wijkt af van de procedure voor het vervangen van de pompkop,
beschreven in
"17 Onderhoud" op pagina
pompkop afhankelijk van het qdos model:
Volg de juiste procedure op basis van de pompmodel en moment van installatie.
12 INSTALLATIE: DEEL 3 (VLOEISTOFPAD)
183. Bovendien is de procedure voor de eerste installatie van de
"10 Installatie: Deel 1 (Fysiek)" op pagina
"11 Installatie: Deel 2 (Elektrische
"12.1 Vloeistofpad vereisten" op
67