1.
Airlinq
®
Airmaster richt zich niet alleen op de ventilatie-unit, maar
ook op de besturingssoftware en de bediening. Airlinq is de
unieke ventilatieregelaar, waarmee zowel de eindgebruiker
als de technicus een uitgebreid overzicht en volledige
controle over het binnenklimaat heeft en gemakkelijk de
verschillende functies kan gebruiken voor een juiste werking
van de Airlinq ventilatie-unit.
De Airlinq-regelaar bestaat uit een duidelijk, intuïtief bedie-
ningspaneel, Airlinq Viva (wit) of Airlinq Orbit (zwart), en
een in de unit geplaatste besturingskast (AQC L of AQC P).
Deze regelt alle functies en apparatuur van de geleverde
ventilatie-unit.
Op pagina 5 tot en met 10 staat beschreven hoe de regelaar
met behulp van het bedieningspaneel Airlinq Viva wordt
bediend, op pagina 11 tot en met 23 hoe dit met de Airlinq
Orbit gebeurt en op pagina 24 hoe dit met de Airmaster
Airlinq® Online gebeurt.
Voor een gemakkelijke bediening via de pc kan het systeem
met het programma 'Airlinq User Tool' (correspondeerd met
de Airlinq Orbit touchscreen bediening) op een pc worden
aangesloten. Voor programmering en onderhoud van de
regelaar kunt u het programma 'Airlinq Service Tool' (alleen
voor onderhoudstechnici) gebruiken.
Belangrijkste functies van Airlinq:
•
Regeling van de luchtstroming en inlaattemperatuur.
•
Handmatige regeling.
•
Tijdgestuurd bedrijf aan de hand van een weekrooster.
•
Nachtventilatie om 's nachts de kamertemperatuur
te verlagen
•
Geprogrammeerd bedrijf via sensoren (bijvoorbeeld
bewegingssensor (PIR-sensor) en kooldioxide-
sensor (CO
-sensor)), analoog en digitaal Building
2
Management System (BMS - gebouwbeheersysteem).
•
Ontdooifunctie en regeling van voor- en naverwarmers
voor bedrijf van de unit bij lage buitentemperaturen.
•
Regeling van bedrijf van de koelmodule bij hoge
buiten- of binnentemperatuur.
•
Bewaking van temperaturen, onderdelen en lucht-
stroming van de unit.
•
Alarmfuncties bij noodzakelijk onderhoud of
storingen.
•
Regeling van maximaal 20 individuele ventilatie-units
via één bedieningspaneel in een Airlinq BMS-systeem
met eventueel sensoren.
•
Doorlopend en tijdelijk logboek dat naar een pc kan
worden overgedragen.
•
Aansluiting op een pc voor de bedieningspanelen
Airlinq Viva en Airlinq Orbit of voor de besturingskast
(AQC).
2.
Werkingsprincipe
Onderstaande principeschema's geven de basisfunctie van
een Airlinq ventilatie-unit weer.
3
2
1
13
14
3
2
1
15
13
14
1. Afzuiglucht (afzuiging uit de ruimte).
2. Afvoerfilter.
3. Tegenstroomwarmetewisselaar(s); warmetewis-
selaars zorgen voor een efficiënte overdracht van
de warmte uit de afzuiglucht naar de verse lucht.
4. Afvoerventilator.
5. Gemotoriseerde afvoerdemper; sluit de afvoerzijde
af wanneer de unit is gestopt.
6. Afvoerlucht.
7. Buitenlucht.
8. Koelmodule (optie, niet voor alle modellen beschik-
baar); de koelmodule verlaagt de buitenluchttem-
peratuur voordat de lucht naar de ventilatie-unit
wordt geleid.
9. Voorverwarmer (optie); de voorverwarmer onder-
steunt de ontdooifunctie.
10. Verse-luchtfilter.
11. Toevoerventilator.
12. Gemotoriseerde sluitdemper; sluit de inlaatzijde af
wanneer de unit is gestopt.
13. Naverwarmer (optie); de naverwarmer compenseert
het kleine temperatuurverlies in de warmtewisselaar
(pos. 3).
14. Inlaat (toevoer van opgewarmde buitenlucht).
15. Modulerende bypass; de bypassklep dient voor het
regelen van de inlaattemperatuur.
De luchttemperatuur wordt in de unit in zowel de de
afvoerzijde als de inlaatzijde voor en na de warmtewisselaar
bewaakt.
In de koelmodule worden de buitentemperatuur en de
temperaturen van het koelcircuit bewaakt.
5
12
11
10
9
8
7
15
5
4
6
Bypass: Inlaatzijde
12
11
10
9
8
7
5
4
6
Bypass: Afvoerzijde