9.
Onderhoud
Onderhoud is belangrijk voor een probleemvrij bedrijf van
de Airlinq-unit en de onderdelen. Reiniging en inspectie van
het condenssysteem en vervanging van filters vormen het
belangrijkste onderdeel van het onderhoud. Het verdient
aanbeveling het onderhoud door een erkende vakman te
laten uitvoeren.
Neem hiervoor contact op met Airmaster op tél. +32 483
561 883
9.1.
Externe reiniging
De ventilatie-unit moet zijn uitgeschakeld voordat reini-
gingswerkzaamheden mogen worden uitgevoerd.
Voor het verwijderen van vuil van het bedieningspaneel, de
sensoren, de koelmodule en de ventilatie-unit kan een zachte
doek worden gebruikt, die is bevochtigd met schoon water
of water met een mild reinigingsmiddel (bijv. afwasmiddel).
Er mogen geen agressieve schoonmaakmiddelen (bijv.
terpentine) of scherpe voorwerpen (bijv. een spatel) worden
gebruikt om de onderdelen van het ventilatiesysteem te
reinigen.
Vuil moet regelmatig worden verwijderd van afzuigroosters
en luchtkleppen. Hiervoor kan het best een stofzuiger met
een zachte borstel worden gebruikt.
Stof in het gebied tussen de ventilatie-unit en het plafond
kan gemakkelijk met een plumeau worden verwijderd Als
er genoeg ruimte is, kan ook een stofzuiger met zachte
borstel worden gebruikt.
9.2.
Interne reiniging
Het verdient aanbeveling om de apparatuur intern te reinigen
wanneer de filters worden vervangen. Als vuil in de Airlinq-
ventilatie-unit/koelmodule binnendringt, dan kan dit met
een stofzuiger uit de unit/module worden verwijderd of met
een zachte borstel worden weggeveegd.
Voordat de afdekkingen van de ventilatie-unit of koelmodule
mogen worden geopend, moet de unit worden uitgescha-
keld en de voeding naar de unit worden onderbroken en
tegen inschakeling worden beveiligd.
Bij de interne reiniging moet worden gecontroleerd of
de onderdelen schoon zijn. Dat geldt met name voor de
tegenstroomwarmetewisselaars en de ventilatoren.
9.3.
Reiniging van het condenssysteem
Het condenssysteem moet minimal jaarlijks worden schoon-
gemaakt en bij elke filter wissel worden gecontroleerd.
Condenspomp:
Vlotterkamer
Condenspomp
De condenspomp is standaard op koelmodules gemonteerd
en verkrijgbaar als optie voor de ventilatie-unit. Deze wordt
daarom niet met alle units meegeleverd.
AM 1200: De condenspomp bevindt zich achter een onder-
houdsafdekking onder het afvoerpaneel.
•
Demonteer de condensbak (alleen bij koelmodules).
•
Demonteer de vlotterkamer en de inlaatslang.
•
Open de afdekking van de vlotterkamer.
•
Maak elk onderdeel schoon.
•
Plaats alle onderdelen terug.
Alle condensslangen van het condenssysteem moe-
ten opnieuw met geschikte slangklemmen worden
vastgemaakt.
•
Giet ongeveer een halve liter water in de condensbak,
schakel even de voeding in en controleer of het water
wordt weggepompt en of het systeem waterdicht is.
Condensbak:
De condensbak wordt standaard geleverd met alle ventilatie-
units en koelmodules. De afvoer van de condensbak moet
jaarlijks worden gereinigd.
De afvoerplug of afvoerslang van de condensbak en de
bak zelf kunnen gemakkelijk worden verwijderd om de
afvoer en de slang te reinigen. Het verdient aanbeveling
om de afvoer en de slang te reinigen wanneer ook de filters
worden vervangen.
30
Afvoerslang