7.
Regelfuncties
7.1.
Tijdgestuurde ventilatie
Met behulp van de geïntegreerde klok wordt de Airmaster-
unit volautomatisch volgens een weekrooster geregeld.
De tijdgestuurde ventilatie wordt ingesteld via het menu van
het bedieningspaneel of het programma Airlinq User Tool.
Voor de functie kunnen 7 onafhankelijke programma's
worden ingesteld. Voor alle programma's kunnen zowel de
dagen, start- en stoptijd, luchtstroming als inlaattemperatuur
onafhankelijk van elkaar worden ingesteld.
7.2.
Nachtventilatie
Via de geïntegreerde klok wordt de ventilatie-unit door de
nachtkoeling gestart en gestopt. Zodra aan de tempera-
tuurvoorwaarden is voldaan, wordt de ventilatie-unit door
de functie gestart, ook als de unit niet in bedrijf is geweest.
De functie nachtkoeling is standaard actief. Via het menu van
het bedieningspaneel of de programma's Airlinq User Tool en
Airlinq Service Tool kunnen instellingen worden gemaakt. De
functie biedt de mogelijkheid om de kamertemperatuur (RT)
's nachts te verlagen wanneer de temperatuur gedurende de
dag de nominale waarden 'NC High' (indien de nachtventilatie
de nacht ervoor niet actief is geweest) of 'NC Low' (indien
de nachtventilatie de nacht ervoor actief is geweest) heeft
overschreden. Deze functie werkt met een vaste parame-
terinstelling (hoog debiet en lage inlaattemperatuur) die zo
is geoptimaliseerd dat de inrichting en constructie van de
kamer wordt afgekoeld om de kamertemperatuur gedurende
de dag te beperken.
Indien de ventilatie-unit met een koelmodule en een
bypassdemper is uitgerust, kan de inlaattemperatuur (IT)
worden geregeld.
Standaardinstellingen:
De functie is actief
Starttijd:
Stoptijd:
Luchtstroming:
Inlaattemperatuur:
Bovenste temperatuurlimiet 'NC High':
Onderste temperatuurlimiet 'NC Low':
Activeringsstatus:
00:00
06:00
Boost
14 °C
26 °C
23 °C
actief
26
7.3.
Vakantiemodus
De vakantiemodus dient als basisventilatie wanneer de
ruimte gedurende langere tijd, bijvoorbeeld tijdens een
vakantie, niet wordt gebruikt.
In de vakantiemodus is de luchtstroming van de Airlinq-unit
minimaal.
De interne regelfunctie 'Lage temperatuur' is actief om de
unit tegen ijsvorming te beschermen. Indien nodig kan de
regelfunctie verwarmers activeren.
De interne regelfunctie 'Hoge temperatuur' is gedeactiveerd
in de vakantiemodus.
Zie Interne regelfuncties 'Lage temperatuur' op pagina 28
en 'Hoge temperatuur' op pagina 29.
7.4.
Starten en stoppen via externe
contacten
Het kan noodzakelijk zijn om de unit automatisch te star-
ten of te stoppen via een extern contact. Zie 'Installatie
Handleiding'.
De start- en stopfunctie van een extern contact kan ook
worden gebruikt wanneer bijvoorbeeld de basisventilatie is
geactiveerd. De gebruiker kan de unit in een andere bedrijfs-
stand zetten en deze later weer naar de vorige bedrijfsstand
terugzetten.
Externe contacten:
•
Schakelaar
•
Hygrostaat
•
etc.
7.5.
Starten en stoppen via een PIR-sensor
De ventilatie-unit is zo ingesteld dat deze start/stopt via een
signaal vanaf een PIR-sensor (bewegingssensor). In het geval
van een signaal vanaf de PIR-sensor, dat wordt veroorzaakt
door beweging binnen het bereik van de sensor, start de unit
met de ingestelde standaardluchtstroming (Default flow)
en standaardinlaattemperatuur (Default temp). Wanneer
het signaal verdwijnt, stopt de unit nadat een bepaalde
nadraaitijd is verstreken (af fabriek ingesteld op 30 minuten).
De af fabriek ingestelde parameters kunnen worden gewij-
zigd en de PIR-sensor kan worden gedeactiveerd via het
programma Airlinq Service Tool.