8.3.
Virtuele voorverwarming
'Virtuele voorverwarming' zorgt er net als het proces
'Voorverwarming' bij de AM 150, AMC 150 en DV 1000
voor dat de unit blijft werken bij lage buitentemperaturen.
De regelfunctie heeft 2 verschillende standen: 'Comfort
mode' als standaard en 'Green mode' als optie.
Dit kan worden ingesteld via een pc met het programma
Airlinq Service Tool.
Comfort mode:
De bypassklep wordt geleidelijk geopend en leidt op die
manier de verse lucht buiten de warmtewisselaar om
rechtstreeks naar de naverwarmer die de lucht verwarmt
tot de inlaattemperatuur. Hiermee wordt invriezen van de
wisselaar voorkomen, maar toevoerlucht gehandhaafd.
Wanneer de capaciteit van de verwarmer optimaal is
gebruikt, gaat de unit werken zoals staat beschreven bij
de interne regelfunctie 'Lage temperatuur' op pagina 28.
Green mode:
Deze instelling werkt omgekeerd van de 'Comfort mode'.
D.w.z. dat de regelfunctie een ongebalanceerde ventilatie
produceert en als dit niet voldoende is de bypassklep ver-
volgens bedient zoals staat beschreven bij 'Comfort mode'.
8.4.
Hoge temperatuur
'Hoge temperatuur' reduceert indien nodig in beperkte mate
automatisch de inlaattemperatuur of de kamertemperatuur.
De interne regelfunctie vereist dat de unit een bypassklep
heeft.
Inlaattemperatuur:
Wanneer de inlaattemperatuur 2 °C boven het instelpunt
komt, wordt de bypassklep geleidelijk door de regelfunctie
geopend.
Wanneer de bypassklep wordt geopend, wordt een deel van
de lucht buiten de warmtewisselaar om geleidt. Hierdoor
wordt de verwarming van de verse lucht gereduceerd.
Kamertemperatuur:
'Maximale kamertemperatuur' is voorgeprogrammeerd op
25 °C. Bij deze temperatuur wordt de bovenste limiet van het
temperatuurbereik, dat over het algemeen wordt beschreven
als een 'comfortabele temperatuur', overschreden.
Wanneer de kamertemperatuur het instelpunt overschrijdt,
wordt de inlaattemperatuur automatisch gereduceerd. Op
die manier kan de kamertemperatuur tot een acceptabel
niveau worden beperkt.
Het instelpunt kan via het menu-item 'Maximale kamertem-
peratuur' (zie ook pagina 19) van het bedieningspaneel of
op een pc met de programma's Airlinq User Tool en Airlinq
Service Tool worden ingesteld.
Om een probleemloze werking te garanderen, verdient
het aanbeveling de maximale kamertemperatuur hoger te
programmeren dan de normale kamertemperatuur.
De regelfunctie kan de inlaattemperatuur regelen. De lucht-
stroming wordt ingesteld op 100% wanneer de inlaattempe-
ratuur ten minste 5 °C kouder is dan de kamertemperatuur.
De regelfunctie blijft actief, totdat de kamertemperatuur
1 °C onder de geprogrammeerde grens 'Maximale kamer-
temperatuur' komt.
Als de ventilatie-unit een koelmodule heeft, dan wordt deze
automatisch vrijgegeven, maar pas nadat de bypassklep
helemaal is geopend.
De bypassklep wordt altijd gebruikt voor het regelen van
de inlaattemperatuur.
De koelmodule stopt weer wanneer de bypassklep weer
gedurende 5 minuten is gesloten.
29