Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Besturing Via Een Co -Sensor Of Een Co /Tvoc-Sensor - airmaster AM 150 Gebruikershandleiding

Verberg thumbnails Zie ook voor AM 150:
Inhoudsopgave

Advertenties

7.6.
Besturing via een CO2-sensor of een
CO2 /TVOC-sensor
Een CO2-sensor of een CO2-/TVOC-sensor wordt gebruikt
om de ventilatie-unit te besturen afhankelijk van het binnen-
klimaat van de ruimte. U kunt kiezen om (1) het luchtvolume te
laten besturen door de sensor of om (2) de volledige werking
van de unit te laten besturen door de sensor.
1. Luchtstroomregeling
Luchtstroming in [%]
max
min
0
A
0
Over het algemeen kan worden ingesteld dat de unit een
gereduceerde min. luchtstroming (min) als basisventilatie
heeft.
Als de concentratie CO2 /TVOC in de ruimte de geprogram-
meerde ondergrens (A) overschrijdt, grijpt de sensor in en
wordt het luchtvolume van de ventilatie-unit verhoogd.
Wanneer de concentratie CO2/TVOC in de ruimte blijft
toenemen, wordt het luchtvolume lineair verhoogd tot het
maximale luchtvolume (max) bij de bovengrens (B) van het
binnenklimaatniveau en hoger.
Bij metingen tussen de onder- en bovengrens wordt het
luchtvolume volautomatisch verhoogd en verlaagd tussen
het basisluchtvolume en het maximale luchtvolume.
Wanneer de concentratie CO2/TVOC weer op of onder
de geprogrammeerde ondergrens (A) komt, draait de
ventilatieunit weer met het ingestelde basisluchtvolume.
Om deze functie te gebruiken, moet de min. luchtstroming
(timer flow of standaardluchtstroming) worden verlaagd. Zie
hoofdstuk 'Timers' op pagina 17 of 'Standaardluchtstroming'
op pagina 19.
[ppm] CO
2
[ppb] TVOC
B
27
2. Starten, stoppen en luchtstroomregeling
Luchtstroming [%]
max
min+x
min
0
0
A A+10%
Als de ventilatie-unit volledig wordt bestuurd door de sensor,
wordt gestart met iets meer dan het standaardluchtvolume
(min+x) wanneer de concentratie CO2 /TVOC de geprogram-
meerde ondergrens plus 10 % (A+10%) overschrijdt.
Wanneer de concentratie CO2 /TVOC in de ruimte blijft
toenemen, wordt het luchtvolume lineair verhoogd tot het
maximale luchtvolume (max) bij de bovengrens (B) van het
binnenklimaatniveau en hoger.
Bij metingen tussen de onder- en bovengrens wordt het
luchtvolume volautomatisch verhoogd en verlaagd tussen
het basisluchtvolume en het maximale luchtvolume.
Wanneer de concentratie CO2/TVOC weer op of onder de
geprogrammeerde ondergrens (A) komt, stopt de ventila-
tieunit weer.
Om deze functie te gebruiken, moet de CO2-sensor of de
CO2-/TVOC-sensor via de 'wizard Opstarten' of het pro-
gramma Airlinq User Tool of Airlinq Service Tool als een
startparameter worden geprogrammeerd.
Fabrieksinstellingen:
Onderste limiet A:
Bovenste limiet B:
min:
max:
Start Priority 7
Start Priority 8
De
instellingen
worden
'Standaardluchtstroming' (zie pagina 19) en 'Wizard
Opstarten' (zie pagina 20) van het bedieningspaneel of
de programma's Airlinq User Tool en Airlinq Service Tool
gemaakt.
[ppm] CO
B
[ppb] TVOC
500 ppm (CO2 Min).
65 ppb (R_TVOCmin).
900 ppm (CO2 Max).
220 ppb (R_TVOCmax).
30 % (min. luchtstroming).
100% (max luchtstroming).
CO2
TVOC
via
de
menu-items
2

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Gerelateerde Producten voor airmaster AM 150

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Am 300Am 500Am 800Am 900Am 1000Am 1200 ... Toon alles

Inhoudsopgave