9.4.3.
Filters van AM 150, 300, 500, 800, 1000,
AMC 150, DV 1000 vervangen
De ventilatie-units hebben een afvoerfilter en een of twee
verse-luchtfilters, tenzij ze een koelmodule hebben. Dan
hebben de ventilatie-units alleen een afvoerfilter.
DV 1000: Voordat de bodemplaat wordt geopend, moet
de condensslang of de plug van de condensafvoer van
de bodemplaat worden verwijderd om condenswater te
verwijderen.
N.B. Bij een filtervervanging moet de unit worden uitge-
schakeld (druk minimaal 2 seconden op de functietoets)
en de voeding naar de unit worden onderbroken en tegen
inschakeling worden beveiligd.
•
Open voorzichtig de bodemplaat terwijl u deze
ondersteunt.
N.B. Open de afdekking eerst aan de kant van het
muurframe. De afdekking is zwaar (alleen AM 500 en 800).
•
Verwijder de steunplaat/-platen (niet op alle model-
len) en trek de oude filters uit de houders.
•
Maak de unit en het toevoerkanaal van binnen schoon
en controleer of de onderdelen in goede staat en
schoon zijn. Reinig de onderdelen indien nodig.
•
Plaats nieuwe filters met de juiste stromingsrichting
in de filterhouders (de pijl aan de zijkant van nieuwe
filters toont de stromingsrichting; de pijl moet naar
de unit wijzen) en monteer de steunplaat/-platen
(niet op alle modellen).
•
Sluit de bodemplaat in omgekeerde volgorde en
draai de vergrendeling vast.
•
Schakel de voeding weer in en start de unit.
•
Onderhoud resetten, zie 'Onderhoud resetten' op
pagina 31.
Filterpositie:
AMC 150, AM 150, 300, 500, 800 H: Verse-luchtfilter (1)
en afvoerfilter (2) zonder steunplaat.
AM 500V: Twee verse-luchtfilters (1) achter een schot,
afvoerfilter (2) zonder steunplaat.
AM 800V: Twee verse-luchtfilters (1) achter een schot,
bereikbaar na verwijderen van afvoerfilter (2) met steunplaat.
Het schot voor verse-luchtfilters (1) bevindt zich achter het
afvoerfilter.
32