1. Dieptestang
Wanneer u kale grond ploegt, zal de meter een maximale
diepte van 0 aangeven. U kunt ook lager ploegen op +1,
maar dan zal de kouteras de grond raken. Lager ploegen kan
de kouter beschadigen.
Wanneer u met gras begroeide grond ploegt, zal de meter
door het gras ongeveer een" lager dan de werkelijke diepte
aangeven. Laat de ploeg in dit geval tot de gewenste
kouterdiepte zakken en let op de meterstand.
Als u de ploeg transporteert of op ruw terrein ploegt, kunt u
de ploeg in de stand +2 vergrendelen om beschadiging van
de ploeg te voorkomen. Om de meter te vergrendelen, tilt u
deze met de hand tot de stand +2 en plaatst u de borghendel
naar links.
De ploeg transporteren
1. Steek de lynchpennen in de binnenste gaten van de
veerstangen om te voorkomen dat de ploeg zijdelings
kan bewegen
(Figuur
VOORZICHTIG
Als u de ploeg niet borgt, kan ze van links
naar rechts zwaaien en uit balans raken. Door
het gewicht en de zwaaisnelheid van de ploeg
kan de tractie-eenheid kantelen, waarbij u en
omstanders letsel kunnen oplopen.
Bevestig de ploeg altijd met de lynchpennen
in de binnenste gaten van de veerstangen
voordat u de ploeg transporteert.
2. Til de laderarmen net zo ver op dat de schuif van de
grond komt.
Belangrijk: Let op: transporteer de ploeg nooit
met de armen in de bovenste stand.
Figuur 7
2. Parallel met de grond
5).
De ploeg verwijderen van de
tractie-eenheid
Raadpleeg de Gebruikershandleiding van uw tractie-eenheid voor
alle informatie over het verwijderen van werktuigen van de
tractie-eenheid en het afkoppelen van hydraulische slangen.
1. Schakel de motor uit terwijl de ploeg van de grond
getild is.
2. Verwijder de onderste borgpen en gaffelpen waarmee
de schuif aan de ploeg bevestigd is (om de schuif er
volledig af te nemen, neemt u zowel de bovenste als
g005029
onderste borg- en gaffelpen weg
3. Zwaai de schuif naar boven en bevestig zoals in
8).
1. Standaard
4. Kantel de ploeg naar voren en laat ze op de grond of de
aanhangwagen zakken. Laat de ploeg op de standaard
en de kouter rusten
5. Schakel de motor uit, verwijder het contactsleuteltje
en koppel de ploeg af volgens de procedure in de
Gebruikershandleiding van uw tractie-eenheid.
Tips voor bediening en gebruik
•
Sommige oudere modellen van de tractie-eenheid
hebben gaten in de veer en de snelkoppelpennen van de
bevestigingsplaat
in aanbrengen wanneer u voor lange tijd gaat ploegen.
Dit voorkomt dat de trillingen van de ploeg de pennen
losmaken.
Opmerking: De snelkoppelpennen van nieuwere
tractie-eenheden hebben geen R-pennen meer nodig.
8
Figuur
Figuur 8
2. Kouter
(Figuur
8).
(Figuur
9). Hier kunt u 2 R-pennen
4).
(Figuur
g005026