MOBIELE TELEFOON OF HET ACCESSOIRE
BESCHADIGEN. DE MOBIELE TELEFOON OF HET
ACCESSOIRE KAN KLEINE ONDERDELEN
BEVATTEN DIE LOS KUNNEN RAKEN EN
VERSTIKKINGSGEVAAR MET ZICH MEE KUNNEN
BRENGEN.
Stroomvoorziening (oplader)
Sluit de stroomvoorziening (voeding) alleen aan op
de daarvoor bestemde stroombronnen zoals
aangegeven op de mobiele telefoon. Let erop dat
het snoer zo ligt dat niemand erop trapt, erover
struikelt of er anderszins letsel aan zou kunnen
overhouden. Koppel het toestel los van de voeding
voordat u het reinigt, om de kans op elektrische
schokken te verkleinen. Gebruik de oplader niet
buiten of in vochtige ruimten. Breng geen
wijzigingen aan in het netsnoer of de stekker. Laat
een passend stopcontact installeren door een
erkend elektricien wanneer de stekker niet in het
stopcontact past.
Gebruik alleen originele Sony Ericsson-opladers die
zijn bedoeld voor gebruik in combinatie met uw
mobiele telefoon. Andere opladers zijn mogelijk niet
ontworpen volgens dezelfde veiligheids- en
prestatienormen.
Batterij
U wordt geadviseerd de batterij 4 uur op te laden
voordat u de mobiele telefoon voor het eerst gaat
gebruiken. Een nieuwe batterij, of een batterij die
lang niet is gebruikt, heeft de eerste paar keer dat
deze wordt gebruikt minder vermogen. De batterij
mag alleen worden opgeladen bij een temperatuur
tussen de +5°C en +45°C.
Gebruik alleen originele Sony Ericsson-opladers die
zijn bedoeld voor gebruik in combinatie met uw
mobiele telefoon. Het gebruik van niet-originele
batterijen en laders kan gevaarlijk zijn.
De gespreks- en stand-bytijd zijn afhankelijk van
verschillende factoren, zoals de signaalsterkte,
60
Belangrijke informatie
This is the Internet version of the User's guide. © Print only for private use.
bedrijfstemperatuur, de manier waarop u
applicaties gebruikt, de geselecteerde functies, en
het gebruik van spraak of dataverzending.
Zet uw mobiele telefoon uit voordat u de batterij
verwijdert. Stop de batterij niet in uw mond. De
elektrolyten van de batterij kunnen giftig zijn indien
zij worden doorgeslikt. Zorg dat de metalen
contacten op de batterij niet in aanraking komen
met een ander metalen voorwerp. Dit kan
kortsluiting veroorzaken en de batterij
beschadigen. Gebruik de batterij alleen voor het
doel waarvoor deze bestemd is.
Persoonlijke medische apparatuur
Mobiele telefoons kunnen invloed hebben op de
werking van pacemakers en andere
geïmplanteerde medische apparatuur. Draag de
mobiele telefoon niet ter hoogte van de pacemaker,
bijvoorbeeld in een borstzak. Gebruik de mobiele
telefoon bij het oor aan de kant van het lichaam dat
zich tegenover de pacemaker bevindt. Als er een
afstand van minimaal 15 cm tussen de mobiele
telefoon en de pacemaker wordt aangehouden, is
de kans op interferentie beperkt. Als u reden hebt
om te vermoeden dat er interferentie optreedt,
dient u de mobiele telefoon onmiddellijk uit te
schakelen. Neem voor meer informatie contact op
met uw cardioloog.
Als u andere persoonlijke medische apparatuur
gebruikt, dient u de fabrikant van het apparaat te
raadplegen.
Autorijden
Houd u aan de plaatselijke wetten en/of regels
inzake het gebruik van mobiele telefoons terwijl u
rijdt. In vele landen/staten is het gebruik van
handsfree of portable carkits verplicht. U wordt
geadviseerd uitsluitend handsfree of portable
carkits van Sony Ericsson te gebruiken die zijn
bedoeld voor gebruik in combinatie met uw
mobiele telefoon.