Connectiviteit
Draadloze Bluetooth™-
technologie
Bluetooth™-verbinding inschakelen
1 Selecteer vanuit Stand-by
> Configuratiescherm > Verbindingen
>
Bluetooth.
2 Selecteer het tabblad Instellingen
en schakel het selectievakje
aan
in.
Koppelen ('pairing')
Voor alle taken, behalve het
overdragen van één bestand, is het
nodig een permanente en
betrouwbare verbinding tussen uw
telefoon en het andere apparaat te
maken. Dit wordt koppelen (pairing, of
bonding) genoemd.
De telefoon koppelen aan een ander
Bluetooth™-apparaat
1 Selecteer vanuit Stand-by
> Configuratiescherm > Verbindingen
>
Bluetooth.
2 Selecteer het tabblad Apparaten
Nieuw
apparaat.
3 Selecteer het apparaat in de lijst.
4 Voer desgevraagd het wachtwoord
(ook sleutelcode genoemd) in.
This is the Internet version of the User's guide. © Print only for private use.
Hoofdmenu
Bluetooth
•
•
Hoofdmenu
1 Selecteer vanuit het stand-byscherm
>
2 Selecteer
Infrarood
Bestanden verzenden en ontvangen
Als u uw telefoon verbindt met een
ander apparaat via een infrarood-
verbinding, moeten de poorten van
beide apparaten zich op een afstand
van niet meer dan één meter van
elkaar af bevinden. Daarnaast moeten
de poorten zich vrij tegenover elkaar
bevinden en onder een hoek van
maximaal 30 graden.
U kunt een bestand verzenden via de
infraroodpoort vanuit elke applicatie
met de optie
Verzenden
infraroodpoort wordt automatisch in-
en uitgeschakeld bij het verzenden
van het bestand.
Een bestand verzenden
Selecteer het bestand dat u wilt
verzenden
Selecteer
Meer > Verzenden via >
Infrarood.
Een bestand ontvangen
Configuratiescherm > Verbindingen >
Infrarood.
Aan
of
Aan gedurende 10
minuten.
via. De
Connectiviteit
47