• Als tijdens repeterende opnamen de batterijspanningsindicator begint te knipperen,
stopt de camera met fotograferen en begint de gemaakte foto's op te slaan op het
geheugenkaartje. Als batterijvoeding te laag is, kan de camera misschien niet alle
foto's opslaan.
• Bij fotograferen met de zelfontspanner kunt u de camera het beste op een statief zetten.
• Als u voor de camera gaat staan om de ontspanknop half in te drukken bij het gebruik van
de zelfontspanner, is het mogelijk dat de foto onscherp is.
De beeldverhouding instellen
U kunt de breedte-hoogteverhouding (verhouding tussen horizontaal en verticaal)
wijzigen terwijl u foto's maakt. Afhankelijk van uw voorkeur kunt u de breedte-
hoogteverhouding instellen op [4:3] (standaard), [16:9], [3:2], [1:1] of [3:4].
1
Geef live control weer en selecteer de breedte-hoogteverhouding met FG.
2
Selecteer met HI een breedte-hoogteverhouding en druk daarna op Q.
5
Let op
• JPEG-beelden worden bijgesneden naargelang de geselecteerde breedte-
hoogteverhouding; RAW-beelden daarentegen worden niet bijgesneden, maar worden
opgeslagen met informatie over de geselecteerde breedte-hoogteverhouding.
• Wanneer RAW-beelden worden weergegeven, wordt de geselecteerde breedte-
hoogteverhouding weergegeven.
Effecten toevoegen aan een fi lm
U kunt fi lms opnemen die gebruik maken van de beschikbare effecten in de stand
Fotograferen. Stel de regelaar in op n om de instellingen te activeren.
1
Nadat u de stand n hebt geselecteerd, geeft
u live control weer en gebruikt u FG om de
opnamestand te markeren.
2
Gebruik HI om een fotostand te selecteren en druk op de knop Q.
De optimale diafragmawaarde wordt automatisch ingesteld overeenkomstig de
P
helderheid van het onderwerp. U kunt de belichting aanpassen met behulp van de
subregelaar (P).
De weergave van de achtergrond wordt gewijzigd door de instelling van het
diafragma. U kunt het diafragma instellen met behulp van de subregelaar (P).
Nadat u op de knop F hebt gedrukt, is deze ook in te stellen met behulp van
A
FG.
Nadat u op de knop F hebt gedrukt, kan de belichting worden ingesteld met
behulp van HI.
De sluitertijd is van invloed op hoe het onderwerp op de foto verschijnt. U kunt de
sluitertijd instellen met behulp van de subregelaar (P).
Nadat u op de knop F hebt gedrukt, is deze ook in te stellen met behulp van FG.
S
Nadat u op de knop F hebt gedrukt, kunt u de belichting instellen met behulp
van HI.
De sluitertijd kan worden ingesteld op waarden tussen 1/30 sec. en 1/4000 sec.
62 NL
Program Auto
P
P
n
P
P
A
A
S
S
M
M
Stand Fotograferen
M-IS ON
M-IS ON
P
P
j
WB
WB
WB
WB
AUTO
AUTO
AUTO
AUTO
S-AF
S-AF
P
P
FullHD
F