Een lens op de camera bevestigen
1
Bevestig een lens op de camera.
1
1
Achterkap van
de lens
• Verwijder het achterklepje van de lens en de beschermklep van de camera.
• Houd de rode koppelingsmarkering op de lens tegenover de rode markering op de
camera en steek de lens in het camerahuis.
• Draai de lens rechtsom tot deze vastklikt (de richting wordt aangegeven door pijl 3 ).
Let op
• Zorg ervoor dat de camera uitgeschakeld is voordat de lens wordt bevestigd of verwijderd.
• Druk de lensontgrendelknop niet in.
• Raak geen inwendige onderdelen van de camera aan.
2
Verwijder het lenskapje.
Lenzen met een UNLOCK-schakelaar
gebruiken
Intrekbare lenzen met een UNLOCK-schakelaar
kunnen niet worden gebruikt wanneer deze
ingetrokken zijn. Draai de zoomring in de richting
van de pijl ( 1 ) om de lens naar buiten te laten
komen ( 2 ).
Om de lens op te bergen, draait u de zoomring in
de richting van de pijl ( 4 ) terwijl u de UNLOCK-
schakelaar ( 3 ) verschuift.
De lens uit de camera verwijderen
Zorg ervoor dat de camera uitgeschakeld is voordat
de lens wordt verwijderd.
Terwijl u de lensontgrendelknop ingedrukt houdt,
draait u de lens in de richting van de pijl.
Verwisselbare lenzen
Lees "Verwisselbare lenzen" (Blz. 120).
14 NL
1
2
2
4
2
3
1
1
2
1
3
Lensontgrendelknop
2
1