nl Programma's
Kunt u het exacte gewicht niet invoeren, rond het
dan naar boven of beneden af.
Druk op
om de werking te starten.
5.
a U kunt het verloop van de tijdsduur aflezen.
Als tijdens het programma een signaal klinkt, de
6.
deur van het apparaat openen.
Het gerecht verdelen, omroeren of keren.
‒
Sluit de apparaatdeur.
‒
indrukken.
‒
a Wanneer de tijdsduur is verstreken, klinkt er een ge-
luidssignaal. U kunt de apparaatdeur nu openen of
op
drukken, vervolgens toont het apparaat de
tijd.
10.4 Ontdooien met de automatische programma's
Met de 4 ontdooiprogramma's kunt u vlees, gevogelte en brood ontdooien.
Programma
P01
P02
P03
P04
Gerechten met de automatische programma's
ontdooien
1.
Het product uit de verpakking nemen.
Gebruik producten die plat en per portie bij -18 °C
bewaren.
2.
Het product wegen.
Het gewicht hebt u nodig om het programma in te
stellen.
Leg de levensmiddelen op een platte vorm die ge-
3.
schikt is voor de magnetron bijv. een schaal of bord
van glas of porselein.
Geen deksel erop leggen.
4.
Het programma instellen. → Pagina 91
10.5 Garen met de automatische programma's
Met de 3 bereidingsprogramma's kunt u rijst, aardappels of groente garen.
Programma Gerecht
P05
Rijst
P06
Aardappe-
len
P07
Groente
Gerechten met de automatische programma's
bereiden
Het product wegen.
1.
92
Gerecht
Gehakt
Vleesstukken
Kip, stukken kip
Brood
Vormen
Gewichtsbe-
reik in kg
met deksel
0,05-0,20
met deksel
0,15-1,00
met deksel
0,15-1,00
10.2 Werking onderbreken
Druk op
of open de deur van het apparaat.
1.
a Het indicatielampje boven
Sluit om het bedrijf te hervatten de deur van het ap-
2.
paraat en druk op
10.3 Werking afbreken
Twee keer op
▶
een keer indrukken.
Vormen
open
open
open
open
Opmerking: Als u vlees en gevogelte ontdooit, ont-
5.
staat vloeistof.
De vloeistof tijdens het keren verwijderen en in geen
geval verder gebruiken of met andere levensmidde-
len in aanraking laten komen.
6.
Platte stukken en gehakt vóór de rusttijd uit elkaar
halen.
Laat het ontdooide product nog 10 tot 30 minuten
7.
rusten voor een gelijkmatige temperatuurverdeling.
Grote stukken vlees hebben een langere rusttijd no-
dig dan kleine. Bij gevogelte na de rusttijd de inge-
wanden verwijderen.
Levensmiddelen verder verwerken, ook als dikke
8.
vleesstukken in de kern nog bevroren zijn.
Aanwijzingen
¡ Voor rijst een grote, hoge vorm gebruiken.
¡ Geen rijst in kookzakjes gebruiken.
¡ Per 100 g rijst de dubbele of driedubbele hoeveel-
heid water toevoegen.
¡ Voor gekookte aardappels de verse aardappels in
kleine, gelijkmatige stukken snijden.
¡ Per 100 g aardappels een el water en wat zou toe-
voegen.
¡ Verse, gereinigde groente wegen.
¡ De groente in kleine, gelijkmatige stukken snijden.
¡ Per 100 g groente een el water toevoegen.
Het gewicht hebt u nodig om het programma in te
stellen.
brandt.
.
drukken of de deur openen en
Gewichtsbereik in kg
0,20-1,00
0,20-1,00
0,40-1,80
0,20-1,00