Scherpstellen op onderwerp
Het scherpstelveld of scherpstelbereik is afhankelijk van de opnamestand.
• In A (Auto)-stand kan het scherpstelveld worden ingesteld door AF-veldstand
(A62) te selecteren in het opnamemenu.
AF met doelopsporing gebruiken
Als AF-veldstand is ingesteld op AF met doelopsporing, dan wijzigt de camera
de scherpstelling tijdens de volgende bewerkingen als u de ontspanknop half
indrukt.
• Als de camera het hoofdonderwerp detecteert, stelt
deze daarop scherp. Als het onderwerp is
scherpgesteld, lichten de scherpstelvelden die
overeenkomen met het formaat van het onderwerp
groen op (er kunnen meerdere velden oplichten).
Als een gezicht wordt herkend, stelt de camera
daarop scherp als prioriteit.
• De camera heeft 9 scherpstelvelden. Als het
hoofdonderwerp niet wordt herkend, selecteert de
camera automatisch de scherpstelvelden met daarin
het onderwerp dat zich het dichtst bij de camera
bevindt. Als het onderwerp is scherpgesteld, lichten
de scherpstelvelden waarop is scherpgesteld
groen op.
B
Opmerkingen over AF met doelopsporing
• Het onderwerp dat de camera als het hoofdonderwerp beschouwt, kan afhankelijk van de
opnamecondities verschillen.
• Wanneer Witbalans is ingesteld op een andere instelling dan Automatisch, detecteert de
camera het hoofdonderwerp niet.
• In de volgende situaties herkent de camera het hoofdonderwerp mogelijk niet correct:
- Als het onderwerp erg donker of licht is
- Als het hoofdonderwerp geen duidelijk gedefinieerde kleuren heeft
- Wanneer de opname zodanig gekadreerd is dat het hoofdonderwerp zich bij de rand van de
monitor bevindt
- Als het hoofdonderwerp is samengesteld uit een herhalend patroon
66
1/250
1/250
1/250
F3.4
F3.4
F3.4
Scherpstelveld
1/250
1/250
1/250
F3.4
F3.4
F3.4
Scherpstelveld