Beschikbare opnamestanden
u Stand speciale
effecten (A47)
U kunt speciale effecten voor
opnamen toevoegen.
A (Auto)-stand (A31)
Fotograferen met
standaardfuncties.
Instellingen kunnen in het
opnamemenu (A62)
aangepast worden aan de
opnamecondities en het type
opname dat u wilt maken.
Onderwerpstand (A33)
Als een van de onderwerpstanden is geselecteerd, worden foto's gemaakt met instellingen
die optimaal zijn voor het geselecteerde onderwerp.
• x (Autom. scènekeuzekn.): Zodra u een foto kadreert, kiest de camera automatisch de
meest optimale onderwerpstand en kunt u op eenvoudige wijze fotograferen.
• y (Onderwerp): Kies het gewenste onderwerp met de onderwerpstand en de
instellingen van de camera worden automatisch geoptimaliseerd voor het
geselecteerde onderwerp.
- Om een onderwerp te selecteren, draait u de keuzeknop eerst naar y en drukt
u op de d knop.
Druk op H of I door de multi-selector omlaag te drukken om het gewenste
onderwerp te selecteren en druk vervolgens op de k knop.
• X (Nachtlandschap): Legt de sfeer van nachtlandschappen vast.
• S (Nachtportret): Gebruik deze stand voor het maken van portretten bij
zonsondergang of's avonds/'s nachts. De flitser wordt gebruikt om het onderwerp te
verlichten terwijl de sfeer van de achtergrond behouden blijft.
• W (Tegenlicht): De flitser ontsteekt om te voorkomen dat het onderwerp bij tegenlicht
in de schaduw blijft of de HDR-functie kan gebruikt worden voor het forograferen van
onderwerpen met hoog contrast.
C
De instellingen wijzigen tijdens opname
• Functies die ingesteld kunnen worden met de multi-selector ➝ A49
• Functies die ingesteld kunnen worden met de d (menu) knop
- Opnamemenu ➝ A61
- Setup-menu ➝ A96
Stap 2 Een opnamestand selecteren
F Slim portret stand
(A45)
De camera detecteert
glimlachende gezichten
en bedient de sluiter
automatisch.
23