Figuur 15
5.
Zet de haakvormige vergrendeling op de
bovenkant van de afvoerafsluiter vast rond de
draaistang van de grasgeleider
Figuur 16
1. Grasgeleider
2. Vergrendeling
6.
Bevestig de afvoerafsluiter aan het maaidek door
de buigbare vergrendeling op de afvoerafsluiter
te bevestigen aan de houder op het maaidek
(Figuur
12).
g230249
(Figuur
16).
g230253
3. Draaistang
4. Afvoerafsluiter
Tijdens gebruik
Veiligheid tijdens het werk
Algemene veiligheid
Bij het gebruik van de machine moet de bestuurder
zijn/haar aandacht hier volledig op richten. Doe
niets dat u afleidt, dit zou kunnen leiden tot letsel of
schade.
WAARSCHUWING
Diverse motoronderdelen, vooral de
knaldemper, worden bijzonder heet. Het
aanraken daarvan kan leiden tot ernstige
brandwonden, en ze kunnen bladeren, gras,
struiken, enz. in brand steken.
• Laat de motoronderdelen, vooral de
knaldemper, afkoelen voordat u deze
aanraakt.
• Verwijder vervuiling die zich heeft
opgebouwd bij de knaldemper en motor.
WAARSCHUWING
De uitlaatgassen van de motor bevatten
koolmonoxide, een reukloos, dodelijk gif.
Laat de motor niet binnen een gebouw of
op een afgesloten plaats draaien omdat
het gevaarlijke koolmonoxide zich daar kan
opbouwen.
•
De eigenaar/gebruiker is verantwoordelijk voor
ongelukken, letsel van hemzelf/haarzelf of van
anderen, en schade aan eigendom, die hij/zij kan
voorkomen.
•
Deze maaier is ontworpen voor één bestuurder.
Neem geen passagiers mee en houd iedereen uit
de buurt van de machine als deze in gebruik is.
•
Gebruik de machine niet als u onder de invloed
van alcohol of drugs bent.
•
Werk uitsluitend bij daglicht of goed kunstlicht.
•
Bliksem kan ernstig of dodelijk letsel veroorzaken.
Als u bliksem ziet of donder hoort in het gebied,
gebruik de machine dan niet en ga schuilen.
•
Wees extra voorzichtig wanneer u de machine
gebruikt met accessoires of werktuigen zoals
grasopvangsystemen. Deze kunnen de machine
minder stabiel maken, waardoor u de controle over
de machine kunt verliezen. Volg, waar nodig, de
aanwijzingen voor de contragewichten op.
•
Blijf uit de buurt van gaten, bandensporen,
stenen en andere verborgen gevaren. Wees
20