Gebruiksaanwijzing
Opmerking:
Bepaal vanuit de normale
bedieningspositie de linker- en rechterzijde van de
machine.
Voor gebruik
Veiligheidsinstructies
voorafgaand aan het werk
•
Inspecteer het terrein om vast te stellen welke
accessoires en werktuigen nodig zijn om goed en
veilig te werken. Gebruik alleen accessoires en
hulpstukken die goedgekeurd zijn door Toro.
•
Controleer het gebied waar de machine wordt
ingezet en verwijder alle stenen, speelgoed,
stokken, takken, draden, botten en andere
materialen. Deze kunnen worden weggeworpen
of de werking van de machine storen, en kunnen
leiden tot letsel van de gebruiker of omstanders.
•
Draag geschikte persoonlijke beschermingsmid-
delen zoals een veiligheidsbril, stevige, stroeve
schoenen en gehoorbescherming. Draag lang
haar niet los en draag geen loszittende kleding of
sieraden die aangegrepen kunnen worden door
bewegende delen.
VOORZICHTIG
Deze machine stelt de gebruiker bloot aan
geluidsniveaus van meer dan 85 dBA. Bij
langdurige blootstelling kan dit leiden tot
gehoorbeschadiging.
Draag gehoorbescherming als u deze
machine gebruikt.
•
Controleer de aanwezigheid en de goede
werking van de detectie van de aanwezigheid
van de bestuurder, veiligheidsschakelaars en
afschermingen Gebruik de machine niet indien
deze niet goed functioneren.
•
Gebruik de maaier niet indien er mensen, specifiek
kinderen, of huisdieren in de buurt zijn. Stop de
machine en het werktuig indien iemand in de buurt
komt.
•
Gebruik de machine niet zonder dat het gehele
gras opvangsysteem, de grasgeleider, en andere
veiligheidsvoorzieningen aanwezig zijn en goed
werken. De onderdelen van de grasvanger kunnen
slijten of beschadigd raken, waardoor bewegende
delen zichtbaar worden of voorwerpen kunnen
worden uitgeworpen. Controleer regelmatig of
er onderdelen versleten zijn of hun toestand
achteruit is gegaan en vervang deze indien nodig
door onderdelen die door de fabrikant worden
aanbevolen.
Voor het starten
Vul de brandstoftank terwijl de machine op een
horizontaal oppervlak staat. Zie Aanbevolen
brandstof in de Specificaties voor informatie over de
benodigde benzine.
Meng nooit olie door benzine.
Giet de brandstoftank niet te vol. Vul de tank tot
aan de onderkant van de vulbuis. De ruimte in de tank
geeft benzine de kans om uit te zetten. Als de tank te
vol wordt gevuld, kan dit leiden tot brandstoflekkage
of schade aan de motor of het emissiesysteem.
Zorg dat u bekend bent met de bedieningsorganen,
hun plaats, functie en veiligheidsvereisten.
Zie het hoofdstuk Onderhoud en voer alle vereiste
inspecties en onderhoud uit.
Brandstofveiligheid
Ga bijzonder voorzichtig om met brandstof.
14