62
NE
Scène 1
N I
OUT
1
– –
– – : – – ~
2
~
3
~
4
~
5
~
6
~
~
7
8
~
T I ME
CODE
– – : – –
TOTAL
0
0 : 00
SYNCH
RO
–
O . 1
Afstandsbedieningssensor
OPMERKINGEN:
● Maak voordat u de willekeurige montage werkelijk start
eerst een paar testopnamen (montages) om te
controleren of de ingevoerde waarde juist is. Stel indien
nodig de snelheid opnieuw in.
● Afhankelijk van de videorecorder is het mogelijk dat u
geen exacte correctie kunt maken.
GEBRUIK VAN DE AFSTANDSBEDIENING
MODE
Willekeurige
montagemenu
VIDEO Menu
R.A.EDIT
ON/OFF
Voor een uitermate nauwkeurige montage
De ene videorecorder schakelt sneller van
opnamepauze naar opname dan de andere
videorecorder. Ook al start u het monteren met de
camcorder en de videorecorder exact tegelijk, bestaat
de kans dat een klein stukje niet wordt opgenomen of
dat een stukje wordt opgenomen dat u eigenlijk niet wilt.
Voor een preciese montage moet u daarom de timing
van de camcorder t.o.v. de videorecorder bepalen.
BEPALEN VAN DE TIMING VAN DE
VIDEORECORDER T.O.V. DE CAMCORDER
1
Start de weergave van de cassette in de
camcorder, richt de afstandsbediening naar de
afstandsbedieningssensor van de camcorder en druk
op R.A.EDIT ON/OFF.
Het willekeurige montagemenu verschijnt.
2
Start de montage van slechts 1 scène (Program
1). Voor het bepalen van de timing van de
videorecorder en de camcorder moet u een duidelijk
begin van een scène als inmonteerpunt kiezen.
3
Speel de gemonteerde scène af.
• Uw videorecorder schakelt te snel over van
opnamepauze naar de opnamefunctie indien er een
gedeelte werd opgenomen dat voor het
inmonteerpunt ligt.
• Uw videorecorder schakelt traag indien er een
gedeelte van de gekozen scène niet wordt
opgenomen.
INSTELLEN VAN DE TIMING VAN DE
VIDEORECORDER T.O.V. DE CAMCORDER
4
Richt de afstandsbediening naar de sensor op de
camcorder en druk op R.A.EDIT ON/OFF zodat het
nemu voor willekeurige montage verdwijnt. Druk
vervolgens op MENU/BRIGHT. Het Menuscherm
verschijnt.
5
Verdraai de MENU/BRIGHT keuzeschijf, kies
"
VIDEO" en druk de keuzeschijf in. Het VIDEO
menu verschijnt. Draai de keuzeschijf vervolgens
naar "SYNCHRO" en druk deze in. De waarde voor
"SYNCHRO" licht op.
6
Gebaseerd op de eerder uitgevoerde diagnose,
kunt u nu de opname-timing van de videorecorder
vooruit zetten door de MENU/BRIGHT keuzeschijf
naar "+" te draaien. U kunt de opname-timing van de
videorecorder ook terug zetten door de MENU/
BRIGHT keuzeschijf naar "–". te draaien. U kunt de
waarde met stappen van 0,1 seconde vanaf –1,3 t/m
+1,3 instellen.
Druk de MENU/BRIGHT keuzeschijf in om de
instelling af te sluiten.
7
Verdraai de MENU/BRIGHT keuzeschijf, kies
"
RETURN" en druk de keuzeschijf twee keer in.
U kunt nu de willekeurige montage vanaf stap 4 op
blz. 60 starten.
(vervolg)