70
NE
Scène 1
N I
OUT
1
– –
– – : – – ~
2
~
3
~
4
~
5
~
6
~
7
~
8
~
T
M I
E CODE
– – : – –
0 : 00
TOTAL
0
SYNCH
RO
–
O . 1
TV
Afstands-
bedieningssensor
OPMERKINGEN:
● Maak voordat u de willekeurige montage werkelijk start
eerst een paar testopnamen (montages) om te
controleren of de ingevoerde waarde juist is. Stel indien
nodig de snelheid opnieuw in.
● Afhankelijk van de videorecorder is het mogelijk dat u
geen exacte correctie kunt maken.
GEBRUIK VAN DE AFSTANDSBEDIENING
MODE
Willekeurige
montagemenu
Videorecorder
(opnamedeck)
MENU keuzeschijf
R.A.EDIT ON/OFF
Voor een uitermate nauwkeurige
montage
De ene videorecorder schakelt sneller van
opnamepauze naar opname dan de andere
videorecorder. Ook al start u het monteren met de
camcorder en de videorecorder exact tegelijk, bestaat
de kans dat een klein stukje niet wordt opgenomen of
dat een stukje wordt opgenomen dat u eigenlijk niet
wilt. Voor een preciese montage moet u daarom de
timing van de camcorder t.o.v. de videorecorder
bepalen.
BEPALEN VAN DE TIMING VAN DE
VIDEORECORDER T.O.V. DE CAMCORDER
1
Start de weergave van de cassette in de
camcorder, richt de afstandsbediening naar de
afstandsbedieningssensor van de camcorder en druk
op R.A.EDIT ON/OFF.
Het willekeurige montagemenu verschijnt.
2
Start de montage van slechts 1 scène (Program
1). Voor het bepalen van de timing van de
videorecorder en de camcorder moet u een duidelijk
begin van een scène als inmonteerpunt kiezen.
3
Speel de gemonteerde scène af.
• Uw videorecorder schakelt te snel over van
opnamepauze naar de opnamefunctie indien er een
gedeelte werd opgenomen dat voor het
inmonteerpunt ligt.
• Uw videorecorder schakelt traag indien er een
gedeelte van de gekozen scène niet wordt
opgenomen.
INSTELLEN VAN DE TIMING VAN DE
VIDEORECORDER T.O.V. DE CAMCORDER
4
Richt de afstandsbediening naar de sensor op de
camcorder en druk op R.A.EDIT ON/OFF zodat het
nemu voor willekeurige montage verdwijnt. Druk
vervolgens op MENU. Het Menuscherm verschijnt.
5
Verdraai de MENU keuzeschijf, kies "
en druk de keuzeschijf in. Het VIDEO menu
verschijnt. Draai de keuzeschijf vervolgens naar
"SYNCHRO" en druk deze in. De waarde voor
"SYNCHRO" licht op.
6
Gebaseerd op de eerder uitgevoerde diagnose,
kunt u nu de opname-timing van de videorecorder
vooruit zetten door de MENU keuzeschijf naar " " te
draaien. U kunt de opname-timing van de
videorecorder ook terug zetten door de MENU
keuzeschijf naar " " te draaien. U kunt de waarde
met stappen van 0,1 seconde vanaf –1,3 t/m +1,3
instellen.
Druk de MENU keuzeschijf in om de instelling af te
sluiten.
7
Verdraai de MENU keuzeschijf, kies
"
RETURN" en druk de keuzeschijf twee keer in.
U kunt nu de willekeurige montage vanaf stap 4 op
blz. 68 starten.
(vervolg)
VIDEO"