•
Het scannen van de volgende soorten documenten kan het papier laten vastlopen
of de documenten beschadigen.
Hoe kunt u papierstoringen voorkomen
•
Strijk eventuele vouwen of omkrullingen in de documenten glad voordat u ze
in de automatische documentinvoer plaatst. Als de bovenste rand van een
document is omgekruld of gevouwen, kan het papier mogelijk vastlopen.
•
Als u papier in de scanner plaatst dat in één richting kleiner is dan 74 mm
(2,9 inch) (bijvoorbeeld visitekaartjes), plaatst u de vellen met de lange kant
parallel aan de papiergeleiders.
•
Als u kwetsbare documenten (bijvoorbeeld foto's of documenten op
gekreukeld of zeer lichtgewicht papier) wilt scannen, plaatst u het document
in een zware, doorzichtige hoes van maximaal 216 mm (8,5 inch) breed
voordat u het document in de automatische documentinvoer plaatst.
TIP: als u geen hoes van het juiste formaat hebt, kunt u een multomaphoes
gebruiken. Knip de rand met de ringbandgaten zo bij dat de hoes maximaal
216 mm (8,5 inch) breed is.
•
Zorg ervoor dat de klep van de documentinvoer goed dicht zit. Duw tot u een
klik hoort om de klep goed te sluiten.
•
Stel de papiergeleiders in op de breedte van de documenten. Controleer of
de papiergeleiders tegen de randen van het papier komen. Als er een ruimte
tussen de papiergeleiders en de randen van de documenten zit, kan de
afbeelding scheef gescand worden.
•
Plaats een stapel documenten altijd voorzichtig in de documentinvoer. Laat
de stapel niet in de invoer vallen en probeer niet de bovenkant van de stapel
recht te kloppen nadat u de stapel in de documentinvoer hebt geplaatst.
6
HP Scanjet 3000-scanner
Documenten met
kreukels of scherpe
vouwen
Gescheurde
documenten
Carbonpapier
Extreem dun,
doorzichtig papier
Foto's
Vellen papier die aan
elkaar vast geplakt
zitten
Omkrullende
documenten
Documenten met
paperclips of nietjes
Gecoat papier
Papier waaraan
zelfklevende notities en
dergelijke zijn
aangehecht
Transparante
overheadsheets
Papier dat nat is van
vloeistoffen zoals lijm of
correctievloeistof