Onderhoud riemen
Riemen controleren
Onderhoudsinterval: Om de 100 bedrijfsuren—Alle
riemen op slijtage en scheurtjes
controleren.
Riemen controleren. Tekenen dat een riem aan het
slijten is, zijn: gieren tijdens het draaien van de riem,
slippen van de messen tijdens het maaien, gerafelde
randen, schroeiplekken en scheuren. Vervang
beschadigde riemen.
Aandrijfriem van maaidek
vervangen
Belangrijk:
De bevestigingen op de deksels
van deze machine zijn zo ontworpen dat ze op
het deksel blijven zitten nadat de bevestiging
is losgemaakt. Draai alle bevestigingen op een
deksel een paar slagen losser zodat het deksel
loszit maar nog wel bevestigd is en draai de
bevestigingen daarna pas helemaal los totdat het
deksel eraf komt. Hiermee voorkomt u dat u per
ongeluk de bouten van de borgringen losdraait.
Tekenen dat een riem aan het slijten is, zijn: gieren
tijdens het draaien van de riem, slippen van de
messen tijdens het maaien, gerafelde randen,
schroeiplekken en scheuren. Vervang de riem als u
een van deze tekenen gewaar wordt.
1.
Schakel de aftakas uit, zet de rijhendels in
de
VERGRENDELDE NEUTRAALSTAND
parkeerrem in werking.
2.
Zet de motor af, verwijder het contactsleuteltje
en wacht totdat alle bewegende onderdelen
tot stilstand zijn gekomen voordat u de
bestuurderspositie verlaat.
3.
Draai de onderste bout los waarmee de
afdekking van het maaidek is bevestigd aan het
maaidek. Zie
De afdekking van het maaidek
losmaken (bladz.
4.
Het plaatmetaalscherm verwijderen. Zie
plaatmetaalscherm verwijderen (bladz. 34)
5.
Verwijder de drijfriemkappen en de bijbehorende
bouten.
6.
Draai de arm van de vaste spanpoelie los en
beweeg deze om de spanning eraf te halen
(Figuur
60).
7.
Verwijder de oude riem.
8.
Leg de nieuwe riem rond de poelies.
en stel de
34).
9.
Plaats een dopsleutel met een kort verlengstuk
of een onderbrekerstang in het vierkante gat in
de arm van de vaste spanpoelie
10.
Zet het maaidek op een maaihoogte van 76 mm.
11.
Om de riemspanning te vergroten, draait u de
dopsleutel of onderbrekerstang linksom zodat
de arm van de vaste spanpoelie beweegt totdat
de afstand tussen de haken van de veer 16,5 cm
bedraagt
1. Dopsleutel met
kort verlengstuk of
onderbrekerstang
2. Afstand van 16,5 cm
tussen de haken van de
veer
12.
Terwijl u spanning op de riem houdt, draait u
de twee bouten aan die de arm van de vaste
spanpoelie op zijn plaats houden.
13.
Verwijder de dopsleutel of onderbrekerstang uit
de vierkante opening in de arm van de vaste
spanpoelie.
14.
Plaats de drijfriemkappen met de lippen in de
sleuven. Monteer de schroeven en maak de
sluitingen vast
Het
52
(Figuur
60).
Figuur 60
3. Veerbelaste spanpoelie
4. Vaste spanpoelie
(Figuur
61).
(Figuur
60).
g005911