het contact om te voorkomen dat de motor per
ongeluk start.
3.
Sluit de brandstofafsluitklep voordat u de
machine stalt.
Veiligheidssysteem
controleren
VOORZICHTIG
Niet-aangesloten of beschadigde
interlockschakelaars kunnen onverwachte
gevolgen hebben op de werking van
de machine. Dit kan lichamelijk letsel
veroorzaken.
• Laat de interlockschakelaars ongemoeid.
• Controleer elke dag de werking van
de interlockschakelaars en vervang
beschadigde schakelaars voordat u de
machine weer in gebruik neemt.
De interlockschakelaars dienen voor de beveiliging,
zodat de machine niet in werking kan treden als dit
zou kunnen leiden tot verwonding van de bestuurder
of schade aan de machine.
•
Het tractiepedaal staat in de
•
De schakelhendel staat in de
Het veiligheidssysteem zorgt ervoor dat de motor
uitsluitend in beweging komt wanneer:
•
de parkeerrem buiten werking is gesteld.
•
de bestuurder op de bestuurdersstoel zit.
•
De schakelhendel staat op M
Het veiligheidssysteem voorkomt het draaien van de
messenkooien, tenzij de schakelhendel op M
staat.
Voor dagelijks de onderstaande systeemcontroles uit
om te verzekeren dat het veiligheidssysteem goed
werkt:
1.
Ga op de stoel zitten, zet het tractiepedaal op
N
, zet de schakelhendel op N
EUTRAAL
en stel de parkeerrem in werking.
2.
Probeer het tractiepedaal in te trappen.
Als u het pedaal niet kunt intrappen, betekent dit
dat het veiligheidssysteem naar behoren werkt.
Verhelp het probleem als het systeem niet naar
behoren werkt.
3.
Ga op de stoel zitten, zet het tractiepedaal op
N
, zet de schakelhendel op N
EUTRAAL
en stel de parkeerrem in werking.
4.
Zet de schakelhendel op M
T
en probeer de motor te starten.
RANSPORT
.
NEUTRAALSTAND
.
NEUTRAALSTAND
ofT
.
AAIEN
RANSPORT
AAIEN
,
EUTRAAL
,
EUTRAAL
of op
AAIEN
De motor mag niet ronddraaien of starten,
dit betekent dat het veiligheidssysteem naar
behoren werkt. Verhelp het probleem als het
systeem niet naar behoren werkt.
5.
Ga op de stoel zitten, zet het tractiepedaal op
N
, zet de schakelhendel op N
EUTRAAL
en stel de parkeerrem in werking.
6.
Start de motor, zet de schakelhendel op M
of T
RANSPORT
Als de motor afslaat, betekent dit dat het
veiligheidssysteem naar behoren werkt.
Verhelp het probleem als het systeem niet naar
behoren werkt.
7.
Blijf op de stoel zitten, zet het tractiepedaal op
N
, zet de schakelhendel op N
EUTRAAL
en stel de parkeerrem in werking.
8.
Start de motor.
9.
Zet de parkeerrem vrij, zet de schakelhendel op
M
en beweeg omhoog uit de stoel.
AAIEN
Als de motor afslaat, betekent dit dat het
veiligheidssysteem naar behoren werkt. Verhelp
het probleem als het systeem niet naar behoren
werkt.
10.
Blijf op de stoel zitten, zet het tractiepedaal op
N
, zet de schakelhendel op N
EUTRAAL
en stel de parkeerrem in werking.
11.
Start de motor.
12.
Beweeg de bedieningshendel van de
hefinrichting naar voren om de maaidekken
neer te laten. De maaidekken moeten omlaag
bewegen, maar mogen niet gaan draaien.
Als ze beginnen te draaien werkt het
veiligheidssysteem niet naar behoren; verhelp
het probleem voordat u de machine gebruikt.
De maaidekken monteren
en verwijderen
Opmerking:
Als u de maaimessen slijpt, de
maaihoogte instelt of onderhoudswerkzaamheden
aan een maaidek verricht, moet u de motoren van de
messenkooien van het maaidek in de opbergruimte
op de voorkant van de ophangarmen plaatsen om
beschadiging te voorkomen.
Belangrijk:
Breng de ophanging niet omhoog
in de transportstand als de messenkooimotoren
zich in de houders in het frame van de machine
bevinden. Dit kan schade aan de motoren of
slangen tot gevolg hebben.
Belangrijk:
Als u het maaidek moet kantelen,
ondersteun de achterkant van het maaidek
dan om te verzekeren dat de moeren van de
32
.
,
EUTRAAL
AAIEN
,
EUTRAAL
,
EUTRAAL