Kalibratie
Parameter
Max 200 hPa
Min Temp.
–5,00 °C
Max Temp
135 °C
Simulation:
Analog Out 1
Analog Out 2
Relais 1
Relay 2
Alarm out
Reset device
7
Kalibratie
Kalibreer de sensor direct na polarisatie.
1.
Verwijder de sensor uit het medium.
2.
Reinig de buitenkant van de sensor met een vochtige doek. Droog vervolgens voorzichtig
het sensormembraan met bijvoorbeeld een papieren doek.
3.
Wacht circa 20 minuten zodat de sensor zich kan aanpassen op de temperatuur van de
omgevingslucht. De sensor mag gedurende deze periode niet aan fel zonlicht worden
blootgesteld.
4.
Voer, wanneer de op de transmitter getoonde meetwaarde is gestabiliseerd, de
kalibratie uit zoals beschreven in de bedieningshandleiding.
5.
Dompel de sensor vervolgens weer in het medium.
7.1
Definities
7.1.1
Polarisatie
Een vaste spanning wordt geactiveerd tussen de kathode en de anode wanneer de sensor
wordt aangesloten op de transmitter. De polarisatiestroom die daarbij ontstaat wordt
weergegeven op de transmitter als waarde die in eerste instantie hoog is maar geleidelijke
afneemt. De weergegeven waarde moet eerst stabiliseren voordat de sensor kan worden
gekalibreerd.
22
Mogelijke instellingen
Beschrijving
Bepaalde waarden kunnen worden
gesimuleerd voor testdoeleinden aan de
ingangen en uitgangen.
Reset de sensor naar fabrieksinstellingen.
Liquiline CM14
Endress+Hauser