3.4.2 HET BASISSTATION INSTELLEN
1. Na het inschakelen van het basisstation worden alle segmenten van het LCD-display weergegeven.
2. Het basisstation gaat automatisch naar de AP-modus en geeft het pictogram "AP" op het scherm weer.
Volg de instructies in sectie 5, om de WiFi-verbinding in te stellen.
Startscherm (met aangesloten 7-in-1 sensor)
OPMERKING:
Als er geen display verschijnt wanneer u het basisstation inschakelt, kunt u met een puntig voorwerp
op de toets [ RESET ] drukken. Als dit proces nog steeds niet werkt, kunt u de back-up batterij en
voedingseenheid verwijderen en vervolgens weer aansluiten om het basisstation weer in te schakelen.
3.4.3 SYNCHRONISEER DE 7-IN-1 DRAADLOZE SENSOR
Onmiddellijk nadat het basisstation is ingeschakeld, terwijl het zich nog in de synchronisatiemodus bevindt,
kan de 7-in-1-sensor automatisch worden gekoppeld met het basisstation (zoals aangegeven door de
knipperende antenne). De gebruiker kan de synchronisatiemodus ook handmatig opnieuw starten door
op de knop [SENSOR/WI-FI] te drukken. Zodra uw sensor is aangesloten, verschijnen de signaalsterkte-
indicator van de sensor en de weersinformatie op het display van de console van uw basisstation.
3.4.4 GEGEVENS OPSCHONEN
Tijdens de installatie van de 7-IN-1 draadloze sensor zijn de sensoren waarschijnlijk geactiveerd, wat
resulteerde in onjuiste neerslag- en windmetingen. Na de installatie kan de gebruiker alle onjuiste
gegevens van de display-console verwijderen. Druk eenmaal op de knop [RESET], om het basisstation
opnieuw op te starten.
18