Iedere keer het instrument geherkalibreerd wordt, gebruik hiervoor verse buffers en
voer onderhoud uit aan de elektrode indien nodig. Het is aangeraden om te kalibreren
met een kalibratieoplossing die qua meetwaarde zo dicht mogelijk tegen het staal
aanligt.
Voorbereiding
Giet kleine hoeveelheden kalibratievloeistof in een beker, bij voorkeur een plastieken
beker om EMC interferenties te minimaliseren. Om een nauwkeurige kalibratie te
bekomen, gebruik twee verschillende bekers met kalibratievloeistof: één om de
elektrode in voor te spoelen en één om de kalibratie mee uit te voeren.
Procedure
Selecteer de kalibratieoplossing die gebruikt zal worden in de kalibratie. 0.00µS
(elektrode in lucht) kan gebruikt worden om een offset te bekomen, dit wordt best eerst
gekalibreerd. Hanna Instruments geleidbaarheidsstandaarden zijn beschikbaar op 84
μS/cm, 1413 μS/cm, 5.00 mS/cm, 12.88 mS/cm, 80.0 mS/cm, 111.8 mS/cm.
Spoel de elektrode af met gedemineraliseerd water of kalibratieoplossing. Schud de
elektrode af om overtollige oplossing van de elektrode te verwijderen. Dompel hierna
de elektrode onder in de kalibratieoplossing zodat de gaatjes aan de zijkant van het
omhulsel volledig onder zitten. Indien mogelijk, hou de elektrode weg van de bodem
of de rand van de beker.
Beweeg de elektrode op en neer om het midden van de elektrode opnieuw te vullen
met vloeistof en tik zacht tegen de elektrode om gevangen luchtbellen te verwijderen
binnenin het omhulsel.
Druk op CAL om het kalibratiemenu te openen. De standaardwaarde die herkend
wordt door de elektrode verschijnt op het scherm.
Indien nodig, kies een andere kalibratiewaarde met behulp van de pijltjestoetsen.
51
Operational Guide
EC/TDS
kalibratie
Operational Guide
51