Inhoudsopgave
Advertenties
Metingen uitgevoerd via manuele logging worden opgeslagen elke keer LOG wordt
ingeduwd. Alle metingen worden opgeslagen in één lot voor dit type metingen. Nieuwe
loggings uitvoerd op verschillende tijdstippen worden steeds in hetzelfde lot
opgeslagen.
Stabiliteitslogging is een type logging die wordt uitgevoerd telkens er op LOG
wordt geduwd én de criteria voor stabiliteit zijn bereikt. De stabiliteitsinstellingen
kunnen gekozen worden (snel, medium of accuraat).
Gebruik de links/rechts pijltjestoetsen om te selecteren tussen manuele, interval- of
stabiliteitsloggingen. Met behulp van boven/onder pijltjestoetsen kunnen de
instellingen voor de respectievelijke loggingen worden bevestigd.
Complete GLP informatie wordt steeds opgeslagen telkens een logging wordt
uitgevoerd. Hierbij is volgende informatie beschikbaar: datum, tijd, meetbereik,
temperatuur, temperatuur, kalibratie informatie en serienummer van de gebruikte
elektrode.
Selecteer het meetinterval in het SETUP-menu (niet aanwezig in Basis
modus). Om een interval logging te starten, druk op LOG terwijl het
instrument in meetmodus staat.
Interval logging
De boodschap PLEASE WAIT verschijnt op het display,
gevolgd door het aantal vrije geheugenplaatsen. Tijdens de
actieve interval logging, verschijnt de informatie op de
derde LCD tekstlijn. Op deze lijn verschijnt in welk
lot de data zal worden opgeslagen en houdt het
aantal gemaakte loggings bij. Het LOG symbool is
steeds actief tijdens interval logging.
Door de rechtse pijltjestoets te gebruiken, zal u het
aantal
beschikbare
worden.
19
Setup/Installation
geheugenplaatsen
getoond
Logging
functies
Setup/Installation
19
Advertenties
Inhoudsopgave
