Werken met aangepaste buffers
Indien een aangepaste buffer werd geselecteerd in het SETUP menu, kan dit gekozen
worden door tijdens kalibratie naar de bufferwaarde te navigeren met de pijltjestoetsen.
De C1 of C2 boodschap zal verschijnen.
Druk op het rechtse pijltje om de aangepaste bufferwaarde
in te stellen. De waarde van de buffer zal beginnen
knipperen, gebruikt dan de BOVEN/ONDER pijltjes om
de waarde te veranderen.
Na vijf seconden wordt de bufferwaarde bevestigd. Klik
op het rechtste pijltje om deze waarde opnieuw aan te
passen.
Noot:: De waarde van de aangepaste buffer kan na de kalibratie aangepast worden
binnen een +- 1.00 pH bereik rond de bufferwaarde.
Eerste kalibratiepunt
Bij het uitvoeren van een nieuwe kalibratie of tijdens het toevoegen van een nieuw
kalibratiepunt, heeft u de keuze hoe het eerste kalibratiepunt zich zal verhouden ten
opzichte van andere kalibratiepunten. Dit kan gekozen worden in het SETUP menu bij
parameter FIRST CALIBRATION POINT. De twee mogelijkheden zijn dan POINT en
OFFSET.
Point zal een nieuwe buffer toevoegen aan een huidige kalibratie en de helling
opnieuw berekenen aan de hand van het nieuwe kalibratiepunt (normaal).
Offset zal het nieuwe kalibratiepunt als vertrekpunt gebruiken voor de
volledige kalibratie en bestaande punten hieraan aanpassen.:
33
Operational Guide
pH
kalibratie
Operational Guide
33