Toetsenbord-
functies
10
Product Diagram
1. CAL/MODIFY
-
kalibratiemodus
te
In SETUP-modus kunnen wijzigingen in
de configuratie worden aangebracht.
–
2. GLP/CFM
Knop
kalibratie informatie weer te geven.
In SETUP-modus om wijzigingen te
bevestigen.
In
kalibratiemodus
kalibratiepunten te aanvaarden.
3. RANGE – Knop om meetbereik te
selecteren. In SETUP-modus om naar
rechts te verschuiven in de keuzelijst. In
LOG of RCL om GLP data te bekijken.
4. SETUP/CLR
-
SETUP-modus
te
gebruiken
verlaten. In kalibratie-modus gebruikt om
vorige kalibratiedata te wissen. In LOG
of RCL om gelogde gegevens te wissen.
Knop
om
5.
gebruiken.
SETUP-menu. Gebruikt om een selectie
aan te passen wanneer u een parameter
verandert in SETUP-modus.
RCL – Knop om gelogde data of het
om
GLP
6.
gebruikte geheugen op te vragen.
LOG – Knop om een manuele
7
om
loggingsessie
intervallogging te starten of stoppen.
Noot:
ingedrukt en beweeg uw
vinger richting de dubbele
Knop om de
pijl om de snelheid van
en
te
scrollen te versnellen of
vertragen
/
- Knop om te scrollen in het
te
starten
of
Hou
de
pijltjes
.
Product Diagram
een
10