tams elektronik
Aanbevelingen voor de instellingen
Spoorspanning
Locomotiefmotoren zijn - afhankelijk van de nominale grootte - ontworpen voor gebruik met
een bepaalde spoorspanning. Als zij worden aangedreven met een aanmerkelijk hogere
railspanning dan de aanbevolen spanning, worden de motoren zwaarder belast en slijten de
koolstoffen meer, zullen HF-storingen en borstelbranden toenemen.
Locomotiefdecoders zijn gewoonlijk ontworpen voor een maximale railspanning van 24 V,
sommige minidecoders slechts voor een railspanning van 18 V. Een geringe overschrijding van
de maximaal toegestane spanning met 1 à 2 V veroorzaakt meestal geen schade aan de
locdecoder, maar leidt in ieder geval tot aanzienlijke verhitting. Bij een ongunstige
inbouwsituatie met een slechte warmteafvoer kan schade aan de aangrenzende kunststof
onderdelen van de loc het (ongewenste) gevolg zijn.
Nominale grootte
Aanbevolen
railspanning
Maximale Spoorstroom (uitschakelstroom bij kortsluiting)
Het idee om de stroom van 6 A, die de Booster B-6 kan leveren, te gebruiken om grote
baanvakken of zelfs de hele modelbaan te voeden, ligt voor de hand. Deze oplossing, die op
het eerste gezicht rendabel lijkt, belooft een minimale installatie-inspanning en voorkomt
problemen die kunnen ontstaan bij het kruisen van uitschakelpunten tussen boostercircuits. Dit
idee heeft slechts één doorslaggevend addertje onder het gras: om de hoge uitgangsstroom
van de booster te kunnen benutten, wordt ook de uitschakelstroom, bij het bereiken daarvan,
om veiligheidsredenen (bijv. bij kortsluiting) uitgeschakeld.
Hoe kleiner de nominale grootte (en hoe meer filigraan rails of voertuigonderdelen zoals
wielschuivers zijn), hoe lager de uitschakelstroom moet zijn.
Nominale grootte
Aanbevolen
maximale
spoorstroom
Tip: Gebruik de totale stroom van de booster bij kleinere nominale maten
Bij kleinere nominale maten wordt de stroom in de boosterschakeling beperkt tot 2 tot 3 A om
rails en voertuigen te beschermen tegen schade bij kortsluiting. Door het gebruik van een
Power-Splitter** kan de volledige uitgangsstroom van de booster B-6 ook bij kleinere nominale
maten worden benut. De Power-Splitter wordt aangesloten tussen de railuitgang van de
booster en de rails en splitst de stroom van de booster in twee of drie delen met een
maximale stroom van 2 of 3 A.
Z
N en TT
12 V
14 V
Z en N
2 A
H0
18 V
= standaardinstelling
TT en H0
3 A
4 A = standaardinstelling
Instellingen / Configuratie | 29
Booster B-6
0, I en II
20 - 24 V
0, I en II
> 4 A