Eerste inbedrijfstelling
EERSTE INBEDRIJFSTELLING
Nadat de voorbereidingen voor de eerste inbedrijfstel-
ling zijn getroffen start u de verwarmingsketel als volgt:
- Wanneer de installatie over warmteregeling of
klokthermostaat(taten) beschikt controleren of die
geactiveerd is(zijn).
- De klokthermostaat(taten)/omgevingsthermostaat(taten)
of warmteregeling afstellen op de gewenste temperatuur
(~20° C).
- De hoofdschakelaar van de installatie op "aan" zetten.
- De vereiste afstellingen uitvoeren zoals vermeld staat
in de specifieke handleiding van het aangeschafte
bedieningspaneel.
De hoofdschakelaar op het bedieningspaneel op 1 "aan"
zetten en controleren of het groene lampje brandt.
De ketel start de inschakelprocedure en blijft werken tot
de ingestelde temperaturen bereikt zijn.
Wanneer er tijdens de inschakeling of werking storingen
optreden voert de ketel "BLOKKERING" uit, hetgeen
gemeld wordt door de rode "lichtknop" op de brander en
het rode lampje op het bedieningspaneel.
34
TECHNISCHE KLANTENSERVICE
ON
OFF
b
Wacht na een geval van "BLOKKERING" ongeve-
er 30 seconden alvorens de startcondities weer te
herstellen.
Voor herstel van de startcondities de "lichtknop" op de
brander indrukken en wachten tot de vlam oplaait.
Er mogen maximaal 2-3 pogingen tot reset plaatsvinden,
controleer vervolgens:
- Hetgeen vermeld staat in de handleiding van de
brander;
- Het hoofdstuk "Voorbereidingen voor de eerste inbe-
drijfstelling";
- De elektrische aansluitingen volgens het met het
bedieningspaneel meegeleverde schema.