Inbedrijfstelling
De verwarmingsketel r RTS 3S moet voor het eerst in bedrijf worden gesteld door de Technische Klantenservice
r, daarna kan de ketel automatisch werken.
Het kan echter voorkomen dat de beheerder van de installatie genoodzaakt is het apparaat opnieuw zelf in werking te
stellen, zonder tussenkomst van de Technische Klantendienst, bijvoorbeeld na langdurige afwezigheid.
In dit geval moet degene die belast is met het beheer van de installatie de volgende controles en handelingen uitvoeren:
- Controleren of de brandstof- en waterkraan van de
verwarmingsinstallatie open staan
- Controleren of de druk van de koude hydraulische
installatie altijd meer bedraagt dan 1 bar en minder
dan de voor het apparaat bepaalde max. limiet.
- Wanneer
de
installatie
klokthermostaat(taten) beschikt controleren of die geacti-
veerd is(zijn).
- De klokthermostaat(taten)/omgevingsthermostaat(taten)
of warmteregeling afstellen op de gewenste temperatuur
(~20° C).
- De hoofdschakelaar van de installatie op "aan" zetten.
- De hoofdschakelaar op het bedieningspaneel op
1 "aan" zetten en controleren of het groene lampje
brandt.
- De vereiste afstellingen uitvoeren zoals vermeld staat
in de specifieke handleiding van het aangeschafte
bedieningspaneel.
over
warmteregeling
of
INBEDRIJFSTELLING
ON
OFF
BEHEERDER VAN DE INSTALLATIE
15