7.3.2 Drukverhoging vanuit het net
Voor de drukinstellingen 4,5, 5,0 en 5,5 bar (58, 65,
73 en 80 psi) is een positieve voordruk vereist en
deze instellingen mogen alleen worden gebruikt bij
drukverhoging vanuit het net.
Drukverhoging vanuit het net
7.3.3 Zelflerend setpoint
Als de pomp het door de gebruiker gedefinieerde
setpoint voor de druk niet kan bereiken, wordt het
setpoint automatisch verlaagd door de zelfleerfunctie.
Gerelateerde informatie
10.3.2 Zelfleerfunctie
7.4 Aanloop asafdichting
De oppervlakken van de asafdichting worden
gesmeerd door de verpompte vloeistof. Een geringe
lekkage van de asafdichting van maximaal 10 ml per
dag op 8 tot 10 druppels per uur is mogelijk.
Wanneer de pomp voor het eerst wordt ingeschakeld,
of wanneer de asafdichting is vervangen, is een
bepaalde aanloopperiode nodig voordat de lekkage is
gereduceerd tot een aanvaardbaar niveau. De
benodigde tijd hiervoor hangt af van de bedrijfsstatus,
d.w.z. elke keer dat de bedrijfsstatus verandert wordt
een nieuwe inloopperiode gestart.
Onder normale omstandigheden verdampt de
lekkende vloeistof. Hierdoor wordt geen lekkage
gedetecteerd.
In het onwaarschijnlijke geval van een inwendige
lekkage, wordt de vloeistof via de onderkant van de
pomp afgevoerd. Installeer de pomp op zodanige
wijze dat geen ongewenste bijkomende schade kan
ontstaan.
20
8. Het product opslaan en hanteren
8.1 Het product hanteren
Zorg dat u de pomp niet laat vallen omdat
deze dan mogelijk defect raakt.
8.2 Het product opslaan
Als de pomp gedurende langere tijd moet worden
opgeslagen, bijvoorbeeld tijdens de winter, laat u het
water weglopen en slaat u de pomp binnen op een
droge plek op.
Temperatuurbereik tijdens opslag moet -40 tot +70 °C
(-40 tot +158 °F) zijn.
Maximale relatieve vochtigheid
tijdens opslag
Gerelateerde informatie
12. Het product inschakelen na stilstand
95% RV