Inhoudsopgave
Advertenties
•
•
•
•
•
•
•
•
10.2
Inspecties
Tussen de onderhoudsintervallen moeten dichtheid en werking van de ventielen
worden gecontroleerd.
10.2.1
Afdichtingen die in contact komen met het product
Voer de volgende stappen uit:
1.
®
10.2.2
Pneumatische aansluiting
Voer de volgende handelingen uit:
1.
2.
3.
4.
5.
®
10.2.3
Elektrische aansluiting
Voer de volgende stappen uit:
1.
430BAL011665NL_5
20.03.2023
De component moet voor de demontage worden uitgeschakeld en tegen
herinschakeling worden beveiligd. Werkzaamheden mogen pas beginnen
wanneer de resterende restenergieën zijn verdwenen.
Verbreek alle energie- en voedingsaansluitingen.
Markeringen, bijv. bij leidingen mogen niet worden verwijderd.
Klim niet op de component. Gebruik geschikte klimattributen en
werkbordessen.
Markeer de leidingen (indien geen markeringen) voor de demontage, opdat u
ze bij hernieuwde montage niet verwisselt.
Bescherm de open leidinguiteinden met blindpluggen tegen binnendringen
van vuil.
Verpak alle gevoelige onderdelen apart.
Bij een langdurige uitschakeling moeten de opslagvoorwaarden in acht
worden genomen, zie Gedeelte 4.1, pagina 22.
Regelmatig controleren:
–
Stangafdichting tussen bovenste behuizing en lantaarn
–
V-ring in de ventielschotels
–
O-ringen tussen de ventielbehuizingen
Klaar
Bedrijfsdruk bij de persluchtreduceer- en filterstation controleren.
Luchtfilter van het filterstation regelmatig reinigen
Controleren of de steekverbindingen stevig bevestigd zijn.
Leidingen controleren op knikken en lekkages controleren.
Controleer de werking van de stuurventielen.
Klaar
Controleren of de wartelmoer van de kabelschroefverbinding stevig vastzit.
Onderhoud
Inspecties
41
Advertenties
Inhoudsopgave
