GEBRUIKTE SYMBOLEN Levensgevaar Staat voor een onmiddellijk gevaar, die leidt tot zwaar lichamelijk letsel of de dood. Waarschuwing Staat voor een mogelijk gevaarlijke situatie die leidt tot zwaar lichamelijk letsel of de dood. Let op Staat voor een mogelijk gevaarlijke situatie die kan leiden tot licht lichamelijk letsel of materiële schade.
Pagina 4
WEERGAVEAANWIJZINGEN Indelings- en optellingstekens Indelingstekens dienen als scheiding van logische inhouden binnen een paragraaf: • Indelingspunt 1 Realisaties voor indelingspunt 1 • Indelingspunt 2 Realisaties voor indelingspunt 2 Optellingstekens dienen als scheiding van optellingen binnen een beschrijvende tekst: Beschrijvende tekst met volgende optelling: –...
INHOUDSOPGAVE Algemene informatie Informatie over het document 1.1.1 Verplichting van deze gebruiksaanwijzing 1.1.2 Aanwijzingen bij de afbeeldingen 1.1.3 Symbolen en accentueringen Adres fabrikant Contact EU-conformiteitsverklaring voor machines EU - conformiteitsverklaring in de zin van de richtlijn voor drukapparatuur 2014/68/EG Veiligheid Gebruik volgens de bestemming 2.1.1 Voorwaarden voor het gebruik...
Pagina 6
Bedrijf en bediening Veiligheidsvoorschriften Reiniging Reiniging 9.1.1 Voorbeelden voor de reiniging 9.1.2 Reinigingsresultaat 9.1.3 Reiniging van de lekkageruimte Passivering Onderhoud 10.1 Veiligheidsvoorschriften 10.2 Inspecties 10.2.1 Afdichtingen die in contact komen met het product 10.2.2 Pneumatische aansluiting 10.2.3 Elektrische aansluiting 10.3 Onderhoudsintervallen 10.4 Voor de demontage...
Algemene informatie Informatie over het document Algemene informatie Informatie over het document Deze gebruiksaanwijzing is onderdeel van de gebruikersinformatie van de component. De gebruiksaanwijzing bevat alle informatie die u nodig hebt om de component te transporteren, in te bouwen, in gebruik te nemen, te bedienen en te onderhouden.
Tweede bedieningsstap in een bedieningsreeks. ® Resultaat van de voorafgaande bedieningsstap. ® De bediening is afgesloten, het doel is bereikt. Verklaring ! Overige, nuttige informatie. Adres fabrikant GEA Tuchenhagen GmbH Am Industriepark 2-10 21514 Büchen Contact Tel.:+49 4155 49-0 Fax:+49 4155 49-2035 flowcomponents@gea.com www.gea.com 430BAL008451NL_2 07.11.2018...
Algemene informatie EU-conformiteitsverklaring voor machines EU-conformiteitsverklaring voor machines in de zin van de EG-machinerichtlijn 2006/42/EU, bijlage II 1. A GEA Tuchenhagen GmbH Fabrikant: Am Industriepark 2-10 21514 Büchen Wij als fabrikant verklaren onder onze eigen verantwoordelijkheid dat de machine Omschrijving:...
Algemene informatie EU - conformiteitsverklaring in de zin van de richtlijn voor drukapparatuur 2014/68/EG EU - conformiteitsverklaring in de zin van de richtlijn voor drukapparatuur 2014/68/EG GEA Tuchenhagen GmbH Fabrikant: Am Industriepark 2-10 21514 Büchen Hiermee verklaren wij, dat de hierna beschreven productseries op grond van...
Pagina 11
Algemene informatie Gevolmachtigde persoon voor de Gemachtigde CE-documentatie samenstelling en overdracht van GEA Tuchenhagen GmbH technische documenten: Am Industriepark 2-10 21514 Büchen Büchen, 8-11-2017 Matthias Südel Senior Director Product Development Flow Components Michael Wulle Managing Director 430BAL008451NL_2 07.11.2018...
Het ventiel is een onder druk staand onderdeel van de installatie (zonder veiligheidsfunctie) volgens de richtlijn voor drukapparatuur: Richtlijn 2014/68/ EEG. De classificatie is gebaseerd op Bijlage II in artikel 4, lid 3. Bij afwijkingen daarvan wordt door GEA Tuchenhagen GmbH een speciale conformiteitsverklaring meegeleverd. 2.1.3...
Veiligheid Zorgvuldigheidsplicht van de exploitant De bedrijfsveiligheid van het ventiel kan onder ongeoorloofde bedrijfsomstandigheden niet worden gegarandeerd. Voorkom daarom ongeoorloofde bedrijfsomstandigheden. Het gebruik van de klep is niet toegestaan, wanneer: • Personen of objecten zich in de gevarenzone bevinden. • Veiligheidsvoorzieningen niet meer werken of verwijderd zijn.
U mag deze klep nooit technisch veranderen. Indien wel dan moet u zelf opnieuw een conformiteitsprocedure conform de EU-machinerichtlijn uitvoeren. In principe mogen alleen originele reserveonderdelen van GEA Tuchenhagen GmbH worden ingebouwd. Op die manier is altijd een optimale en rendabele werking van de klep gegarandeerd.
Veiligheid Aanvullende voorschriften Voor de milieubescherming gelden de volgende basisprincipes: • Milieugevaarlijke stoffen mogen niet in de grond of in de riolering terechtkomen. • Neem de voorschriften voor afvalpreventie, afvalverwerking en recycling van afval in acht. • Milieugevaarlijke stoffen moeten in geschikte containers worden opgevangen, opgeslagen, vervoerd en verwijderd.
Pagina 16
Veiligheid Kwalificatie van het personeel Alleen speciaal geschoold personeel mag werkzaamheden aan de explosieveilige installatie uitvoeren. Neem bij werkzaamheden aan een explosieveilige installatie de normen NEN EN 60079-14 voor gassen NEN EN 50281-1-2 voor stoffen in acht. In principe geldt de volgende minimumkwalificatie: •...
Veiligheid Veiligheidsinrichtingen Gebruikersgroepen Personeel Kwalificatie Bedieningspersoneel Geschikte instructies evenals grondige kennis op de volgende gebieden: • Werkwijze van het ventiel • Bedieningsprocessen bij het ventiel • Gedrag bij storingen • Competenties en verantwoordelijkheden bij de betreffende werkzaamheden Onderhoudspersoneel Geschikte instructie, evenals grondige kennis over opbouw en werkwijze van het ventiel.
Beveiligen tegen hernieuwd inschakelen. Spanningsloze toestand vaststellen. Aarden en kortsluiten. Naastgelegen, onder spanning staande onderdelen afdekken of versperren. Veerspanning in de aandrijving Levensgevaar door drukveer in de aandrijving. Aandrijving niet openen, maar voor een vakkundige afvoer terugsturen naar GEA Tuchenhagen. 430BAL008451NL_2 07.11.2018...
Veiligheid Overige gevaren Resterende gevaren bij het ventiel en maatregelen Gevaar Oorzaak Maatregel Verwondingsgevaar Gevaar door bewegende en Operator moet zorgvuldig en voorzichtig werken. scherpe onderdelen Bij alle werkzaamheden: • Geschikte werkkleding dragen. • Machine nooit gebruiken wanneer de afdekkingen niet correct gemonteerd zijn.
Pagina 20
Veiligheid (43.1/43.2) heft u daarom de veerspanning op, door de aandrijving (A) met perslucht te beluchten. • Schakel het ventiel bij alle onderhouds-, service- en reparatiewerkzaamheden spanningsvrij en beveilig het tegen onopzettelijk hernieuwd inschakelen. • Laat werkzaamheden aan de elektriciteitsvoorziening alleen uitvoeren door een elektromonteur.
Beschrijving Beschrijving van de werking Beschrijving van de werking 3.2.1 Openen en sluiten van het ventiel Afb.6 Openen van het ventiel In gesloten stand zijn de bovenste en onderste behuizing afgedicht door de schotel met dubbele zitting (16). Eventuele lekkage bij defecte pakking, zelfs aan beide pakkingen, worden beperkt door restrictieopeningen.
Beschrijving Beschrijving van de werking Sluiten van het ventiel Het sluiten vindt in omgekeerde volgorde plaats, d.w.z. eerst wordt de bovenste ventielschotelpakking geplaatst, waarna de onderste ventielschotel de middelste pakking verlaat en de onderste schotel afsluit. Met de neergaande beweging van de ventielstangen wordt de extra schotel weer geopend.
Pagina 24
Beschrijving buitenlucht. De vloeistof die eruit lekt bij een defecte pakking stroomt drukloos naar buiten. Zo worden defecten aan de pakkingen zichtbaar. Het binnendringen van vloeistoffen van één buis naar de andere is uitgesloten. De reiniging van het lekvloeistofafvoersysteem is onafhankelijk van het openen en sluiten van het ventiel.
Transport en opslag Opslagcondities Transport en opslag Opslagcondities De ventielen, ventielinzetstukken en reserveonderdelen moeten droog, trillingsvrij, stofvrij en waar mogelijk in de originele verpakking worden opgeslagen om beschadiging te voorkomen. Wanneer het ventiel tijdens transport of opslag wordt blootgesteld aan temperaturen van 0 °C of lager, moet u het ventiel vooraf drogen en conserveren ter bescherming tegen beschadiging.
Transport en opslag • Bewegende onderdelen moeten correct worden vastgezet. • Gebruik alleen goedgekeurde, storingsvrije en voor het doel geschikte transportmiddelen en bevestigingsmiddelen. Houd rekening met de maximale draaglasten. • Zet het ventiel vast tegen wegglijden. Let op het gewicht van het ventiel en op de locatie van het zwaartepunt.
Technische gegevens Typeplaatje Technische gegevens Typeplaatje Het typeplaatje is bedoeld voor de eenduidige identificatie van het ventiel. Afb.10 Het typeplaatje bevat de volgende specificaties. Specificaties van het ventiel Type Tweewegklep Y met dubbele zitting Serial Serienummer Materiaal 1.4404 (AISI316L)/EPDM (FDA) Stuurluchtdruk bar/psi min.
Technische gegevens Bestendigheid van het afdichtingsmateriaal Bedrijfsdruk voor optimale reiniging • min. 2 bar (29 psi) • max. 5 bar (72,5 psi) De duur van de sproei-impuls is afhankelijk van het soort verontreiniging en ligt over het algemeen tussen 10 en 60 seconden. De bestendigheid van het materiaal van de reinigingsaansluiting (snijring, steunhuls, PTFE-slang) is afhankelijk van type, druk en temperatuur van het getransporteerde medium.
Technische gegevens Buismaten - Algemene maattabellen Tabel dichtingsbestendigheid Afdichtingsmateriaal Medium Temperatuur (algemene gebruikstemperatuur) EPDM HNBR -40...+135°C -10...+200 °C -25...+140 °C (-40...275°F) (+14...+392°F) (-13...+284°F) tot 80 °C Logen tot 5% – – (176°F) Logen van meer – – dan 5% Anorganische tot 80 °C zuren 3% (176°F)
Pagina 31
Technische gegevens Buismaten - Algemene maattabellen Afmetingen voor buizen in DN Buitendiamet Buitendoorsn Binnendiame Metrisch DN Wanddikte er volgens DIN 11850 Afmetingen voor buizen in inch OD Buitendiamet Buitendoorsn Binnendiame Inch OD Wanddikte er volgens BS 4825 0,5" 12,7 1,65 0,75"...
Technische gegevens Gereedschap Afmetingen voor buizen in inch IPS Buitendiamet Buitendoorsn Binnendiame er volgens Inch IPS Wanddikte DIN EN ISO 1127 4" 114,3 109,7 6" 168,3 2,77 162,76 Gereedschap Gereedschap Materiaalnr. Slangenschaar 407-065 Opzetstuk voor handbediening in geval van nood 221-310.74 Bandsleutel 408-142 V-ring-intrekgereedschap...
Pagina 33
Technische gegevens Bouwgrootte Gewicht [kg] DN 50 DN 65 DN 80 DN 100 DN 125 DN 150 OD 1" OD 1,5" OD 2" OD 2,5" OD 3" OD 4" OD 6" IPS 2" IPS 3" IPS 4" IPS 6" 430BAL008451NL_2 07.11.2018...
Montage en installatie Veiligheidsvoorschriften Montage en installatie Veiligheidsvoorschriften Tijdens de montage kunnen gevaarlijke situaties worden vermeden als het personeel veiligheidsbewust en vooruitziend handelt. Bij de montage gelden de volgende basisprincipes: • Alleen personeel dat daarvoor is gekwalificeerd, mag het ventiel opstellen, monteren en in bedrijf nemen.
Montage en installatie Ventiel met lasmof Voer de volgende stappen uit: Ventiel met los te draaien buisaansluitelementen – met behulp van passende aansluitarmaturen – rechtstreeks in het leidingsysteem inbouwen. ® Ventiel is geïnstalleerd. Ventiel met lasmof In dit gedeelte wordt het aanlassen van de ventielbehuizing beschreven. Waarschuwing Veerspanning in het ventiel Bij het losmaken van de klemverbindingen aan de aandrijving of aan de...
Montage en installatie Pneumatische aansluiting Verklaring ! Lasprocedés: Wij adviseren de laswerkzaamheden in het automatische orbitaallasproces uit te voeren. Alle laswerkzaamheden mogen uitsluitend door gecertificeerde lassers of machinebedieners (orbitaallassers) worden uitgevoerd. Behuizing-O-ringen: Bij de montage van het ventiel moeten de behuizings-O-ringen altijd worden vervangen, opdat de dichtheid van het ventiel later is gewaarborgd.
Montage en installatie Elektrische aansluiting bij stuurkop T.VIS Benodigdheden: • Een slangenschaar Voer de volgende handelingen uit: Persluchtvoorziening uitschakelen. Pneumatische slangen met de slangenschaar recht afknippen. Luchtslang in de steekverbinding van de stuurkop schuiven. Persluchtvoorziening weer inschakelen. ® De slangverbinding is tot stand gebracht. Elektrische aansluiting bij stuurkop T.VIS Levensgevaar Componenten onder spanning...
Ingebruikname Veiligheidsvoorschriften Ingebruikname Veiligheidsvoorschriften Eerste inbedrijfstelling Bij de eerste inbedrijfstelling gelden de volgende basisprincipes: • Voer de beschermingsmaatregelen tegen gevaarlijke contactspanningen uit overeenkomstig de geldende voorschriften. • Het ventiel moet volledig gemonteerd en correct afgesteld zijn. Alle schroefverbindingen moeten stevig vastgedraaid zijn. Alle elektroleidingen moeten correct geïnstalleerd zijn.
Bedrijf en bediening Veiligheidsvoorschriften Bedrijf en bediening Veiligheidsvoorschriften Gevaarlijke situaties tijdens het bedrijf kunnen door veiligheidsbewust en vooruitziend gedrag van het personeel worden vermeden. Tijdens het bedrijf gelden de volgende basisprincipes: • Controleer het ventiel tijdens het bedrijf. • Veiligheidsvoorzieningen mogen niet worden gewijzigd, gedemonteerd of buiten bedrijf worden gesteld.
Reiniging Reiniging Reiniging Reiniging Alle onderdelen die in contact komen met producten moeten regelmatig worden gereinigd. De veiligheidsgegevensbladen van de reinigingsmiddelenfabrikanten moeten in acht worden gehouden. Er mogen alleen reinigingsmiddelen worden gebruikt die de afdichtingen en de interne kleponderdelen niet beschadigen. De klephuizen worden bij de buisreiniging eveneens doorgespoeld en gereinigd.
Reiniging Passivering 9.1.3 Reiniging van de lekkageruimte Bij ventielen met dubbele zitting zonder liftaandrijving wordt de lekkageruimte gereinigd met behulp van een spuitmond in de dubbele schotel, die wordt aangesloten op een ventielzittingsreinigingsleiding. Ook hier kunnen alleen algemene aanbevelingen worden gedaan over het aantal en de duur van de spuitreinigingen, want afhankelijk van de plaatselijke omstandigheden, zoals het soort product, temperaturen, reinigingsmiddelen, reinigingsintervallen etc.
Onderhoud Veiligheidsvoorschriften Onderhoud 10.1 Veiligheidsvoorschriften Onderhoud en reparatie Voorafgaand aan onderhoudswerkzaamheden en reparaties aan elektrische installaties van het ventiel moeten de volgende arbeidsstappen conform de "5 veiligheidsregels" worden uitgevoerd: • Vrijschakelen • Beveiligen tegen hernieuwd inschakelen • Spanningsloze toestand vaststellen •...
Onderhoud Inspecties • Het ventiel moet voor de demontage worden uitgeschakeld en tegen hernieuwd inschakelen worden beveiligd. De werkzaamheden mogen pas beginnen wanneer er geen energie meer resteert. • Verbreek alle energie- en voedingsaansluitingen. • Markeringen, bijv. bij leidingen mogen niet worden verwijderd. •...
Onderhoud Onderhoudsintervallen Controleer of de kabelaansluiting stevige vastzit. Controleer de werking van de stuurventielen. Controleer of de aansluitingen van de initiators schoon zijn. ® Klaar Verklaring ! Om ervoor te zorgen dat de stuurkop via de schakelstang kan worden gedemonteerd, moet de elektrische kabel lang genoeg zijn! 10.3 Onderhoudsintervallen Om een optimale bedrijfsveiligheid te garanderen, dienen alle slijtdelen met...
Onderhoud Ventiel demonteren Ventiel, waar mogelijk, met alle behuizingen en behuizingsaansluitingen uit het leidingsegment verwijderen. ® Klaar 10.5 Ventiel demonteren 10.5.1 Extra schotel uitbouwen Afb.11 Verklaring ! Let voor bouwgrootte DN 25 / 1"OD op de afzonderlijke demontage van de extra schotel, zie paragraaf "Demontage van de extra schotel - bouwgrootte DN 25 / 1"OD"...
Onderhoud Ventiel demonteren Afb.12 Afdichtring (1), afdichtingsschijf (3), lager (2) en lagerschijf (4.1) van de onderste behuizing verwijderen. Houd de ventielschotel met een stift (D) Ø 3 mm vast. Schroef de extra schotel (17) met steeksleutel SW 19 los. Stift (D) verwijderen. Schroef de extra schotel (17) eraf.
Onderhoud Ventiel demonteren Let op De permanente magneet van de schakelstang is breekbaar. Schade aan de permanente magneet. ► Bescherm de permanente magneet tegen slagen of stoten. Waarschuwing Veerspanning in het ventiel Tijdens het losmaken van de klemverbindingen (43.1, 46) bestaat er verwondingsgevaar, omdat de vrijgekomen veervoorspanning de aandrijving abrupt omhoog drukt.
Onderhoud Ventiel demonteren Afb.14 Aandacht De schacht van de ventielschotel (15) is een gevoelig onderdeel. Beschadiging van dit onderdeel kan storingen veroorzaken. ► De schacht van de ventielschotel (15) mag bij het uittrekken van het ventiel niet tegen de ventielbehuizing slaan. Voer de volgende stappen uit: Trek het ventiel voorzichtig uit de behuizing.
Onderhoud Ventiel demonteren Aandacht De zuigerstang (S) en de schacht (16) van de ventielschotel zijn onderdelen waarvoor nauwkeurigheid is vereist. Beschadiging aan deze onderdelen kan een gestoorde werking veroorzaken. ► Lantaarn vasthouden bij het losdraaien van de opener! Voer de volgende stappen uit: Klemverbinding (46) tussen aandrijving en lantaarn losschroeven.
Onderhoud Onderhoud Ventielinzetstuk uit de lantaarn (9) trekken. ® Klaar 10.5.7 Ventielinzetstuk demonteren Afb.17 Voer de volgende stappen uit: Houd de ventielschotel aan de boring (15.1) met geschikt gereedschap vast, bijv. stift Ø 5 mm. Zet de steeksleutel op het sleutelvlak van de reinigingskap (11.1) en draai de ventielschotel los.
Onderhoud Onderhoud 10.6.1 Ventiel reinigen Afb.19 Aandacht De schacht van de ventielschotel (15, 16), de behuizingszitting (X), klepzitting (Y) en de V-ringgroef (8) zijn onderdelen waarvoor nauwkeurigheid is vereist. Beschadiging aan deze onderdelen kan een gestoorde werking veroorzaken. ► Ga voorzichtig om met het ventiel! Aandacht Beschadiging van het ventiel Beschadiging aan deze onderdelen kan een gestoorde werking...
Pagina 52
Onderhoud Onderhoud Afb.20: Intrekgereedschap voor V-ring Voorwaarde: • V-ring zonder vet aanbrengen. Als montagehulpmiddel een sop van afwasmiddel in water gebruiken. Opdat er geen vreemde roest wordt aangebracht, moet het sopje worden aangemaakt in keramische, kunststof- of RVS-bakken. Benodigd is: •...
Onderhoud Onderhoud Afb.23 V-ring gelijkmatig intrekken. Alle andere in de onderdelentekening gemarkeerde afdichtingen vervangen. ® Klaar Verklaring ! Gebruikte afdichtingen mogen niet opnieuw orden gebruikt, omdat de afdichtingsfunctie dan niet meer kan worden gegarandeerd. 10.6.3 Afdichtingen en schroefdraden smeren Let op Beschadiging van afdichtingen en schroefdraden Beschadiging van afdichtingen en schroefdraden kan tot een defect leiden.
Het gebruik van andere vetten kan leiden tot storingen in de werking en vroegtijdige uitval van de afdichtingen. Bovendien komt de garantie dan te vervallen. Zo nodig kan bij GEA Tuchenhagen een verklaring van de fabrikant voor deze producten worden aangevraagd. Dunne vetlagen op de afdichtingen zijn noodzakelijk voor een storingsvrije functie van de armaturen.
Onderhoud Montage Bij de montage van de reinigingskap moeten de volgende aanwijzingen in acht worden genomen: Voer bij de montage van de reinigingskap (1) de stanggeleidingsband (2) van het kraagblok voorzichtig in, in de reinigingskap. Schroef na het in elkaar schroeven van het ventielinzetstuk, de reinigingskap met de contramoer aan de zuigerstang vast.
703. Deze smeermiddelen zijn toegestaan voor levensmiddelen en zijn bierschuimbestendig, en beschikken over de NSF-H1 (USDA-H1)- registratie. PARALIQ GTE 703 kan onder mat.-nr. 413- 064 en Rivolta F.L.G. MD-2 onder het mat.-nr. 413-071 bij GEA Tuchenhagen worden besteld. Reinigingsslang uitrusten Wartel (2) en snijring (1) over de reinigingsslang schuiven.
Onderhoud Montage Afb.29 Reinigingsslang monteren Voer de volgende stappen uit: Wartel tot de voelbare inrichting met de hand aanschroeven. Reinigingsslang daarbij tegen de aanslag in de binnenconus drukken. Wartel ca. 1,5 slag aandraaien. De reinigingsslang mag niet meedraaien. Het aandraaien wordt begrensd door de stootrand, omdat de aandraaikrachten steeds groter worden.
Onderhoud Montage Aanhaalmoment [Nm] [lbft] Halve ringen bij de stuurkop Klemverbinding gegoten halve ringen Klemverbinding gegoten halve 16,2 ringen Gegoten halve ringen 10.7.8 Ventielslag Ventielslag instellen Voer de volgende stappen uit: Ventiel met perslucht aansturen. Slag van het ventiel controleren zoals beschreven in „Ventielslag“...
Pagina 59
Onderhoud Ventielslag Ventielmaat Ventielslag [mm] 3" 4" 6" Inch IPS 2" 3" 4" 430BAL008451NL_2 07.11.2018...
Storingen Storingen en hulpmiddelen om deze te verhelpen Storingen 11.1 Storingen en hulpmiddelen om deze te verhelpen Bij functiestoringen moet u het ventiel onmiddellijk uitschakelen en beveiligen tegen opnieuw inschakelen. Storingen mogen uitsluitend door gekwalificeerd personeel worden opgelost met inachtneming van de veiligheidsvoorschriften. Storing Oorzaak Oplossing...
► Aandrijving nooit openen. ► GEA Tuchenhagen neemt ongeopende aandrijvingen weer terug en voert deze kosteloos af. Voer de volgende handelingen uit: Demonteer de aandrijving. Verpak de aandrijving op veilige wijze en stuur deze naar GEA Tuchenhagen GmbH. ® Klaar 430BAL008451NL_2...
Lijst met reserveonderdelen - tweewegklep Y met dubbele zitting Lijst met reserveonderdelen - tweewegklep Y met dubbele zitting Afb.31: Tekening met reserveonderdelen Afb.32: Behuizingscombinaties 430BAL008451NL_2 07.11.2018...
Bijlage Mappen Bijlage 14.1 Mappen 14.1.1 Afkortingen en begrippen Afkorting Verklaring Britse standaard Maateenheid voor de druk [bar] Alle drukgegevens [bar/psi] staan voor overdruk [barg/psig], tenzij dit expliciet anders wordt vermeld. circa °C Maateenheid voor de temperatuur [graden Celsius] Eenheid voor het volume [kubieke decimeter] nominaal volume (standaardliter) Nominale DIN-doorlaat Duitse norm van de DIN (Deutsches Institut für Normung...
Pagina 76
Bijlage Afkorting Verklaring Maateenheid voor arbeid [Newtonmeter] AANDUIDING VOOR HET KOPPEL: 1 Nm = 0,737 lbft Pound-Force/pondkracht (lb) + Feet/voet(ft) Polyamide PE-LD Polyethyleen, lage dichtheid Polytetrafluorethyleen Anglo-Amerikaanse drukeenheid [pound-force per square inch] Alle drukgegevens [bar/psi] staan voor overdruk [barg/psig], tenzij dit expliciet anders wordt vermeld. PTFE Polytetrafluorethyleen zelflerende installatie...