Voer de volgende stappen uit:
1.
®
6.5
Ventiel met lasmof
In dit gedeelte wordt het aanlassen van de ventielbehuizing beschreven.
Voer de volgende stappen uit:
1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
430BAL011665NL_5
20.03.2023
Let op
Vloeistoffen in pijpleidingen
Verwondingsgevaar door spuitende vloeistoffen
► Daarom voor het losmaken van de buisaansluiting- resp.
klemverbindingen: pijpleiding legen en eventueel reinigen of spoelen.
► Buissegment voor het te monteren ventiel loskoppelen van het overige
leidingsysteem om te voorkomen dat er weer product kan instromen.
Ventiel met los te draaien buisaansluitelementen – met behulp van passende
aansluitarmaturen – rechtstreeks in het leidingsysteem inbouwen.
Ventiel is geïnstalleerd.
Waarschuwing
Veerspanning in het ventiel
Bij het losmaken van de klemverbindingen aan de aandrijving of aan de
behuizing bestaat verwondingsgevaar, omdat de vrijgegeven
veervoorspanning de aandrijving abrupt optilt.
► Voor het losmaken van de klemverbindingen heft u daarom de
veerspanning op, door de aandrijving met perslucht te beluchten, max. 8
bar.
Aandacht
Afdichtingen zijn slijtdelen
Oude afdichtingen leiden tot functiestoring van het ventiel
► Bij de montage van het ventiel moeten de O-ringen van de behuizing
altijd worden vervangen.
Veerspanning opheffen.
Ventielinzet uitbouwen, zie Gedeelte 10.5.1, pagina 43.
Behuizing zonder afdichtringen spanningsvrij vastlassen, daarvoor:
behuizing inpassen en vastzetten.
Ter vermijding van lasvervormingen de behuizing voor het lassen altijd
afsluiten.
Behuizing aan binnenzijde met formeergas spoelen, om de zuurstof uit het
systeem te verdringen.
De behuizing, zo nodig met lastoevoegmateriaal, in het pijpleidingsysteem
vastlassen. Daar waar technisch haalbaar, TIG-orbitaal lassen met pulsen
gebruiken, conform richtlijn EHEDG Doc. 35.
Montage en installatie
Ventiel met lasmof
33