Opmerkingen
Koplichten hoger dan 140 cm boven opstelplaats
9 Opmerkingen
9.1
Koplichten hoger dan 140 cm boven opstelplaats
OPMERKING
Nationale voorschriften in acht nemen.
Ga als volgt te werk voor het instellen van de koplichten:
1. Plaats het voertuig op een vlakke ondergrond (hoeft niet horizontaal te zijn) op 10 m afstand van een verticale,
lichte wand.
2. Teken de hierna vermelde lijnen op de testwand:
•
Lijn A:
Verleng de lengte-as van het voertuig tot aan de testwand en trek vanaf deze plaats een verticale lijn op de
wand.
•
Lijnen B en C:
Meet afstand X tussen de voertuigkoplichten (midden tot aan midden) en teken op de wand twee verticale
lijnen (B en C) symmetrisch t.o.v. lijn A (afstand B tot C = X).
•
Lijn H:
Meet de afstand van midden van voertuigkoplicht tot aan opstelplaats (bodem) en trek op deze hoogte een
(horizontale) lijn op de testwand parallel t.o.v. opstelplaats (bodem).
•
Lijn D:
Teken lijn D met een afstand „e" onder en parallel t.o.v. lijn H. Bij hoofdkoplichten: „e" = H/3 cm, bij mistlichten
vóór: „e" = H/3 + 7 cm
3. Dek het rechter koplicht af.
4. Richt het linker koplicht verticaal uit.
Het horizontaal deel van de licht-donkergrens moet de lijn D raken.
5. Richt het linker koplicht horizontaal uit.
De knik tussen het horizontale en het stijgende deel van de licht-donkergrens moet zich bevinden op lijn B.
6. Dek het linker koplicht af.
7. Richt het rechter koplicht verticaal uit.
Het horizontaal deel van de licht-donkergrens moet de lijn D raken.
8. Richt het rechter koplicht horizontaal uit.
De knik tussen het horizontale en het stijgende deel van de licht-donkergrens moet zich bevinden op lijn C.
26
SEG IV MB