Toepassing van lichtmeetinrichting en positioneringshulp
Foto-elektrische lichtmeetinrichting
8 Toepassing van lichtmeetinrichting en
positioneringshulp
8.1
Foto-elektrische lichtmeetinrichting
Na de koplichtafstelling kan met de foto-elektrische lichtmeetinrichting worden gecontroleerd of de maximaal
toegestane verlichtingssterkte van het dimlicht/groot licht overschreden wordt en of de minimum verlichtingssterkte
van het groot licht wordt bereikt.
OPMERKING
Vóór de controle van de lichtwaarden moet een visuele controle van de koplichten worden
uitgevoerd.
1. Stel het wiel met schaalverdeling in overeenkomstig de instellingstabel.
2. Bedien de rechter toets van de lichtmeetinrichting.
3. Lees de waarde af.
Dimlicht:
Referentiewaarden:
•
Hoofdkoplicht ≤1,2 lux
Beoordeel de lichtwaarden voor gecombineerde koplichten met diverse geïntegreerde lichtmodules vanwege de
verschillende instelmogelijkheden overeenkomstig de specificaties van de fabrikant.
22
Groot licht:
Referentiewaarden:
•
48...240 lux voor halogeen- of hoofdkoplicht
•
70...180 lux voor xenon-hoofdkoplicht
SEG IV MB