SEG IV MB
d) Koplicht met asymmetrisch dimlicht
Dimlicht
Dimlicht bi-xenon
Groot licht: na instelling van de licht-donkergrens van het dimlicht overeenkomstig de specificaties moet
het midden van de lichtbundel van het groot licht zich op de centrale markering (bovenste kruis) bevinden.
c) Mistlicht vóór
Mistlicht vóór
1. Richt de SEG IV MB uit zoals beschreven vanaf hoofdstuk Toerijden
van voertuig naar SEG IV MB (Pagina 12).
2. Stel het wiel met schaalverdeling in overeenkomstig de specificaties
van de voertuigfabrikant of de instellingstabel.
3. Schakel het dimlicht in.
Bij koplichten met asymmetrisch dimlicht moet de licht-donkergrens
de scheidingslijn van het testvlak raken. Het knikpunt tussen het linker
deel en het stijgende, rechter deel van de licht/donker-grens moet
liggen op de verticale lijn die door de centrale markering (bovenste
kruis) loopt. De heldere kern van de lichtbundel bevindt zich hierbij
rechts van de verticale lijn die door het centrale merkteken verloopt.
Om het knikpunt gemakkelijker te kunnen bepalen kan de linker helft
van het koplicht (in rijrichting gezien) enkele keren worden afgedekt
en weer worden blootgelegd.
4. Controleer het dimlicht opnieuw.
1. Richt de SEG IV MB uit zoals beschreven vanaf hoofdstuk Toerijden
van voertuig naar SEG IV MB (Pagina 12).
2. Stel het wiel met schaalverdeling in overeenkomstig de specificaties
van de voertuigfabrikant of de instellingstabel.
3. Schakel de mistlichten vóór in.
De licht-donkergrens moet horizontaal verlopen over de gehele
breedte van het scherm langs de scheidingslijn.
4. Stel indien nodig de mistlichten af via de regelschroeven.
Koplicht controleren resp. instellen
Wettelijke voorschriften
19