Beeld- of geluidsproblemen oplossen
• Controleer of u de juiste instelling voor Videobereik of EDID hebt
opgegeven in het menu Signaal van de projector, indien deze beschikbaar
zijn voor uw beeldbron.
Signaal > Geavanceerd > Videobereik
s
Signaal > Geavanceerd > EDID
s
• Controleer of u de juiste instellingen voor RGBCMY hebt geselecteerd in het
menu Afbeelding van de projector.
Beeld > Geavanceerd > RGBCMY
s
• Controleer of alle kabels goed zijn aangesloten op de projector en uw video-
apparaat. Als u lange kabels hebt aangesloten, kunt u proberen kortere kabels
te gebruiken.
• Controleer of Helderheidsinstell. correct zijn ingesteld.
Instellingen > Helderheidsinstell.
s
• Plaats de projector dicht genoeg bij het scherm.
• Als u meerdere projectors gebruikt, moet u ervoor zorgen dat Kalibratie licht
in het menu Resetten correct is ingesteld op alle projectors. Als Kalibratie
licht alleen wordt uitgevoerd in sommige projectors, kunnen de witbalans
en het helderheidsniveau van het geprojecteerde beeld verschillen tussen de
projectors.
Oplossingen wanneer automatische aanpassingen niet
correct worden toegepast
Als u problemen hebt met automatische aanpassingen die niet correct worden
toegepast, probeert u de volgende oplossingen:
• Wacht minstens 20 minuten na het inschakelen van de projector voordat u
automatische aanpassingen uitvoert. Hierdoor kan de temperatuur van de
projector stabiliseren.
• Controleer of het cameragebied schoon is.
• Controleer of de kabel van de optionele externe camera stevig is aangesloten
op de projector.
• De optionele externe camera is mogelijk defect. Neem contact op met Epson
voor hulp.
• Afhankelijk van de lens die u hebt geïnstalleerd, zijn er mogelijk geen
automatische aanpassingen beschikbaar. Automatische aanpassing is niet
beschikbaar voor de volgende lenzen:
• ELPLL08
• Zorg dat een krachtige spot of bron van sterk natuurlijk licht niet in de
projectieomgeving schijnt en automatische aanpassingen verhindert.
• Controleer of de instellingen voor de beeldcorrectie en beeldoverlapping
binnen een redelijk bereik vallen. Als de projectiehoek zeer groot is,
kunt u proberen de instelling Geometrische corr. Uit te schakelen of de
projectiehoek te verkleinen. Als u de instelling Randoverlapping gebruikt,
moet u ervoor zorgen dat de overlappingsbreedte tussen 15 en 43% ligt.
• Als u tijdens de automatische aanpassingen een foutbericht ziet, moet u de
foutcodes in het bericht controleren.
Tijdens schermafstemming:
• 0101: fout meetwaarde
• 0102: meetfout
• 0103: schakelen camera mislukt
• 0104/0105: model komt niet overeen
• 0108: Camerafout
Tijdens kleurmatching:
• 0201: fout meetwaarde
• 0202: meetfout
• 0203: schakelen camera mislukt
• 0208: Camerafout
Neem contact op met Epson voor ondersteuning en meer details.
185