Inhoudsopgave
Advertenties
Starten
2.10-5 Vooruit- of achteruitrijden
WAARschuWinG
Let op dode hoeken tijdens de werking
van de hoogwerker.
WAARschuWinG
Zorg ervoor dat niets of niemand de
doorgang verspert, inclusief dode
1.
Activeer de bedieningsconsole van het platform
(zie
hoofdstuk
2.10-3).
2.
Selecteer op de platformbedieningsconsole
de schakelaar voor omhoogbrengen/rijden op
hellend oppervlak/rijden op vlak oppervlak voor
rijden op een hellend oppervlak (lage snelheid/
hoge koppel)
oppervlak (hoge snelheid/lage koppel)
3.
Activeer de drukschakelaar voor het activeren
en houd hem ingedrukt.
4.
Verplaats de hendel van de controller naar
voren/omhoog
voor de gewenste rijsnelheid en -richting van de
hoogwerker.
5.
Plaats de controller opnieuw in de neutrale,
middelste positie om te stoppen. Laat de
drukschakelaar voor het activeren
WAARschuWinG
Druk de noodstopknop in zodra u de
gewenste locatie of hoogte hebt bereikt
ter bescherming tegen een onverwachte
beweging van de hoogwerker.
TM
Bladzijde 40
40
hoeken.
of voor rijden op een vlak
of naar achteren/omlaag
los.
2.10-6 Sturen
1.
Activeer de bedieningsconsole van het platform
(zie
hoofdstuk
2.
Selecteer op de platformbedieningsconsole
de schakelaar voor omhoogbrengen/rijden op
hellend oppervlak/rijden op vlak oppervlak voor
rijden op een hellend oppervlak (lage snelheid/
hoge koppel)
oppervlak (hoge snelheid/lage koppel)
3.
Activeer de drukschakelaar voor het activeren
en houd hem ingedrukt.
4.
Druk de wipschakelaar
van de controller in eender welke richting om
te sturen.
.
Het sturen is niet proportioneel. Rijden en
sturen kunnen tegelijkertijd mogelijk zijn.
Compacte en conventionele SJIII-modellen
Hoofdstuk 2 - Bediening
2.10-3).
of voor rijden op een vlak
bovenaan de hendel
nb
.
Advertenties
Inhoudsopgave
