Hoofdstuk 2 - Bediening
2.0 Bediening
Dit gedeelte bevat de informatie die nodig is voor het
bedienen van de hoogwerker. Het is belangrijk dat de
gebruiker dit hoofdstuk leest en begrijpt voordat de
hoogwerker wordt bediend.
2.1
Algemeen
Voor een goede werking van deze hoogwerker is het
van belang dat de operator over de nodige kwalificaties
beschikt en het in dit gedeelde vermelde onderhouds-
en inspectieschema volgt.
2.1-1 Kwalificaties van de operator
•
Alleen getraind en bevoegd personeel
hoogwerker bedienen.
•
Het veilige gebruik van deze hoogwerker vereist dat
de operator op de hoogte is van de beperkingen
en waarschuwingen, de bedieningsprocedures
en de verantwoordelijkheid van de operator
voor het onderhoud. Bijgevolg moet de operator
deze handleiding hebben begrepen en ermee
vertrouwd zijn, inclusief de waarschuwingen en
instructies, en alle waarschuwingen en instructies
die op de hoogwerker aangebracht zijn.
De operator moet ook vertrouwd zijn met de
•
werkregels van de werkgever en de daarbij
horende overheidsreglementen. De operator
moet bekwaamheid kunnen demonstreren om
met dit merk en model van hoogwerker om te
gaan door hem te bedienen onder toezicht van
een bevoegde persoon.
2.1-2 Verantwoordelijkheid van de operator
voor onderhoud
WAARschuWinG
Onderhoud moet worden uitgevoerd
door getraind en deskundig personeel
dat vertrouwd is met mechanische
procedures.
Ernstig of fataal letsel zou kunnen ontstaan
als de hoogwerker niet behoorlijk wordt
onderhouden en niet in goed werkende
staat wordt gehouden.
Compacte en conventionele SJIII-modellen
•
De operator moet er zeker van zijn dat de
hoogwerker goed is onderhouden en geïnspecteerd
voordat deze wordt gebruikt.
•
De bediener moet alle dagelijkse inspecties en
functietests beschreven in
zelfs als hij/zij niet direct verantwoordelijk is voor
het onderhoud van deze hoogwerker.
2.1-3 Onderhouds- en inspectieschema
De inspectiepunten beschreven in
•
aan welke onderdelen van de hoogwerker moeten
worden onderhouden en geïnspecteerd en hoe
mag een
vaak dat onderhoud en die inspecties dienen te
worden uitgevoerd.
Ook de omgeving waarin de hoogwerker
•
d a a d w e r k e l i j k w o r d t g e b r u i k t , k a n h e t
onderhoudsschema beïnvloeden.
Gebruik voor de hoogwerker originele
of door de fabrikant goedgekeurde
onderdelen en componenten.
2.1-4 Inspecties door de eigenaar
De eigenaar is verantwoordelijk voor de dagelijkse,
driemaandelijkse (of om de 150 uur) en jaarlijkse
inspectie van de hoogwerker. Zie
onderdelen waarvoor onderhoud en inspectie zijn
aanbevolen en voor de frequentie daarvan. Op een
sticker op het schaarmechanisme kan de jaarlijkse
inspectie worden bijgehouden. Zie
handleiding.
Algemeen
tabel 2.7
uitvoeren,
tabel 2.7
WAARschuWinG
tabel 2.7
tabel 2.2
Bladzijde �3
2
geven
voor de
in deze
TM
�3