Identificatie van de onderdelen
2.5 Identificatie van de onderdelen
De volgende beschrijvingen worden uitsluitend gegeven
om de bedieningsonderdelen te identificeren, te
verklaren en de plaats ervan aan te geven.
2.5-1 Hoofdstroomonderbreker
Deze schakelaar bevindt zich aan de achterkant van
de basis.
Figuur 2-1. Onderbreker van hoofdstroom
�.
Hoofdschakelaar - Staat deze schakelaar in
de uit-positie
, dan wordt de stroom naar alle
stroomkringen uitgeschakeld. De schakelaar moet
in de aan-stand
wilt bedienen. Zet de schakelaar uit
transporteren van de hoogwerker.
2.5-2 Kantelalarm
De hoogwerker is uitgerust met een functie die registreert
wanneer hij in enige richting uit evenwicht raakt. Is de
functie geactiveerd, dan werken de rij- en heffuncties
van de hoogwerker niet. Daarenboven hoort u een alarm
en zult u een geel licht zien (indien aanwezig).
WAARschuWinG
Gaat het kantelalarm af en het platform
stijgt niet of maar gedeeltelijk, laat dan
het platform onmiddellijk helemaal
zakken en controleer of de hoogwerker
op een stevig en vlak oppervlak staat.
TM
Bladzijde �6
�6
staan als u een stroomkring
2.5-3 Registratie van belasting
Deze functie zorgt voor de veiligheid door iedere
gewone beweging van de hoogwerker te verhinderen
en het platform stil te houden wanneer de vastgestelde,
maximale belasting is bereikt en wordt overschreden.
Zie
tabel 2.5
Wanneer 90% van de nominale belasting
•
is bereikt:
Het rode vermogenverklikkerlampje van de
bedieningsconsole van het platform knippert.
Wanneer de nominale belasting is bereikt:
•
1
U hoort 5 keer per minuut gedurende ongeveer
2 seconden een alarm.
Wanneer de nominale belasting
•
is overschreden:
Het lampje blijft knipperen en het alarm blijft afgaan.
Alle elektrisch aangedreven bewegingsfuncties
van de hoogwerker houden op te werken. U
dient de overbelasting van het platform te halen,
alvorens de gewone werking te hervatten.
Indien de hoogwerker een hinderend, zich
•
bij het
boven de hoogwerker bevindend voorwerp
raakt:
Het platform kan overbelast worden en geen
enkele functie werkt nog. Deze situatie kan
uitsluitend worden opgelost door gebruik van het
noodsysteem voor neerlaten. Zie
Wanneer het platform maximaal is verlengd
en men het laat zakken, is het mogelijk dat
het stopt en een overbelasting aangeeft.
Plaats dan de stuurknuppel opnieuw in de
neutrale positie en laat de drukschakelaar
voor het activeren los. Bij overbelasting
blijft het lampje knipperen en blijft het
alarm afgaan. Alle elektrisch aangedreven
bewegingsfuncties van de hoogwerker
houden dan op te werken. U dient de
overbelasting van het platform te halen,
alvorens de gewone werking te hervatten.
Compacte en conventionele SJIII-modellen
Hoofdstuk 2 - Bediening
voor maximumplatformcapaciteiten.
nb
hoofdstuk
2.15.