worden ondernomen om eventuele afwijkingen te
verhelpen:
a) Controleer de werkingscondities. Zorg ervoor dat
geluid, trillingen en lagertemperaturen
normaal zijn.
b) Controleer of er geen abnormale vloeistof of
smeermiddel (statische en dynamische
afdichtingen) weglekken en of eventuele
afdichtingssystemen (indien gemonteerd) gevuld
zijn en normaal functioneren.
c) Controleer of de asafdichtingslekkage binnen
aanvaardbare grenzen ligt.
d) Controleer het niveau en de toestand van de
oliesmering. Controleer bij vetgesmeerde
pompen de bedrijfsuren sinds de laatste keer dat
het vet is bijgevuld, of de volledige
vetvervanging.
e) Controleer of eventuele hulpsystemen, zoals
verwarming en koeling (indien aanwezig), correct
functioneren.
Raadpleeg de handleidingen
van de bijbehorende apparatuur voor de nodige
routinecontroles.
Periodieke inspectie (zes maanden)
6.2.2
LET OP
a)
Controleer de funderingsbouten
op de veiligheid van de bevestiging en de
corrosie.
b) Controleer de bedrijfsuren van de pomp om te
bepalen of het lagersmeermiddel moet worden
ververst.
c) Controleer de koppeling op een juiste uitlijning en
versleten aandrijfelementen.
handleidingen van alle bijbehorende apparatuur
voor de nodige routinecontroles.
Hersmering
6.2.3
De analyse van de smeermiddel- en
lagertemperatuur kan nuttig zijn bij het optimaliseren
van de verversingsintervallen van het smeermiddel.
In het algemeen wordt echter het volgende
aanbevolen.
Oliegesmeerde lagers
Het normale olieverversingsinterval voor met
minerale olie gesmeerde pompen is eens per zes
maanden.
Bij gebruik van synthetische oliën kan het
smeerinterval oplopen tot 18 maanden, en tot
36 maanden voor de ISO 3A-constructie van
pompen.
Pagina 34 van 67
DURCO MARK 3 ISO-FRAME GEMONTEERD NEDERLANDS 26999935 05-20
Raadpleeg de
Bij pompen in hete toepassingen of in een zeer
vochtige of corrosieve omgeving zal de olie vaker
moeten worden ververst. De analyse van de
smeermiddel- en lagertemperatuur kan nuttig zijn bij
het optimaliseren van de verversingsintervallen van
het smeermiddel.
De smeerolie moet een hoogwaardige minerale olie
zijn met schuimremmers of een synthetische zonder
schuimremmers voor olienevel. Synthetische oliën
kunnen ook worden gebruikt als uit controles blijkt dat
de rubberen afdichtingen niet nadelig worden
beïnvloed.
De lagertemperatuur mag tot 50 ºC (90 ºF) boven de
omgevingstemperatuur stijgen, maar mag niet hoger
zijn dan 82 ºC (180 ºF) (API 610-grenswaarde).
Een continu stijgende temperatuur of een abrupte
stijging duidt op een fout.
Bij pompen die vloeistoffen met een hoge
temperatuur behandelen, kan het noodzakelijk zijn
dat hun lagers worden gekoeld om te voorkomen dat
de lagertemperaturen hun grenzen overschrijden.
Vetgesmeerde lagers
Wanneer smeernippels zijn gemonteerd, is één
lading tussen de smeerbeurten aan te raden voor de
meeste bedrijfsomstandigheden; d.w.z. bij een
interval van 2.000 uur. De normale intervallen tussen
de vetverversingen zijn 4.000 uur.
Voor voedselveilig vet zijn de vetverversings- en
nasmeerintervallen de helft van die van
conventionele vetten.
De kenmerken van de installatie en de zwaarte van
de bedrijfsomstandigheden zullen de frequentie van
de smering bepalen. De analyse van de
smeermiddel- en lagertemperatuur kan nuttig zijn bij
het optimaliseren van de verversingsintervallen van
het smeermiddel.
De lagertemperatuur mag tot 55 ºC (99 ºF) boven de
omgevingstemperatuur stijgen, maar mag niet hoger
zijn dan 95 ºC (204 ºF).
LET OP
Meng nooit vetten die verschillende
basen, verdikkingsmiddelen of additieven bevatten.
Mechanische afdichtingen
6.2.4
Wanneer lekkage onacceptabel wordt, zal de
afdichting [4200] vervangen moeten worden.
flowserve.com