Inhoudsopgave
Advertenties
dezelfde manier worden afgevoegd, zie hun
Gebruiksaanwijzing 71569284 (E) voor installatie en
gebruik. Neem in geval van twijfel contact op met het
dichtstbijzijnde servicecentrum voor advies.
De cementafwerking zorgt voor een stevig contact
tussen de pompeenheid en de fundering en voorkomt
zijdelingse bewegingen van trillende apparatuur en
dempt resonerende trillingen.
Funderingsbouten moeten pas volledig worden
aangedraaid als de cementvulling is uitgehard.
4.5 Eerste uitlijning
Thermische uitzetting
4.5.1
LET OP
De pomp en de motor moeten
normaal gesproken bij omgevingstemperatuur
worden uitgelijnd, waarbij rekening moet worden
gehouden met de thermische uitzetting bij de
bedrijfstemperatuur. In pompinstallaties met hoge
vloeistoftemperaturen, meestal boven 100ºC (212ºF),
moet het apparaat op de werkelijke
bedrijfstemperatuur draaien, worden uitgeschakeld
en moet de uitlijning onmiddellijk worden
gecontroleerd.
Uitlijningsmethodes
4.5.2
GEVAAR
Pomp en aandrijving moeten elektrisch
worden geïsoleerd en de koppelingshelften moeten
worden losgekoppeld.
LET OP
De uitlijning MOET worden
gecontroleerd.
Hoewel de pomp in de fabriek is uitgelijnd, is het zeer
waarschijnlijk dat deze uitlijning tijdens het transport
of de behandeling is verstoord. Indien nodig moet u
de motor uitlijnen op de pomp, niet de pomp op de
motor.
Uitlijning wordt bereikt door het toevoegen of
verwijderen van vulplaten onder de motorvoeten en
het horizontaal verplaatsen van de motor, indien
nodig. In sommige gevallen waarin de uitlijning niet
kan worden bereikt, zal het nodig zijn om de pomp te
verplaatsen voordat de bovenstaande procedure
opnieuw wordt gestart.
Voor koppelingen met smalle flenzen gebruikt u een
meetklok zoals afgebeeld. De uitlijningswaarden zijn
maxima voor continu bedrijf
Pagina 16 van 67
DURCO MARK 3 ISO-FRAME GEMONTEERD NEDERLANDS 26999935 05-20
P a r a l l e l
A n g u l a r
Figuur 6: Gebruik van de meetklok om de uitlijning
van de koppeling te controleren.
Toelaatbare uitlijnlimieten bij arbeidstemperatuur:
•
Parallelle uitlijning
- 0,25 mm (0,010 in.) TIR maximum
•
Hoekuitlijning
- 0,3 mm (0,012 in.) TIR maximum voor
koppelingen met een diameter van niet meer dan
100 mm (4 in.) flensdiameter
- 0,5 mm (0,020 in.) TIR maximum voor
koppelingen met een diameter van meer dan
100 mm (4 in.)
Bij de controle van de parallelle uitlijning is de
getoonde totale uitlezing van de indicator (TIR)
tweemaal de waarde van de werkelijke
asverplaatsing.
Lijn eerst uit in het verticale vlak, daarna horizontaal
door de motor te bewegen. De maximale
betrouwbaarheid van de pomp wordt verkregen door
een bijna perfecte uitlijning van 0,05 - 0,075 mm
(0,002 - 0,003 in.) parallel en 0,05 mm (0,002 in.) per
100 mm (4 in.) van de diameter van de
koppelingsflens als hoekfout in de uitlijning.
Controleer op zachte voet
4.5.3
Figuur 7: Schaaltestindicator om te controleren of de
grondplaat waterpas staat of verdraaid is.
Dit is een controle om er zeker van te zijn dat er geen
overmatige spanning op de bouten van aandrijving
staat door een niet vlak geplaatste grondplaat of door
verdraaiing. Verwijder ter controle alle vulplaten en
reinig de oppervlakken en zet de aandrijving vast aan
flowserve.com
Advertenties
Inhoudsopgave
