LET OP
Zie paragraaf 5.4, Draairichting
voordat de motor op de stroomvoorziening wordt
aangesloten.
4.8 Eindcontrole van de asuitlijning
Na het aansluiten van het leidingwerk op de pomp,
draait u de as enkele malen met de hand om u ervan
te verzekeren dat alle onderdelen vrij en beweegbaar
zijn. Controleer de uitlijning van de koppeling
opnieuw, zoals eerder beschreven, om er zeker van
te zijn dat de leidingen niet worden belast. Als er
sprake is van leidingbelasting, corrigeer dan de
leidingen.
4.9 Beschermingssystemen
De volgende beveiligingssystemen worden
vooral aanbevolen als de pomp in een
explosiegevaarlijke omgeving wordt geïnstalleerd of
als er een gevaarlijke vloeistof wordt gehanteerd.
Raadpleeg bij twijfel Flowserve.
Als er een mogelijkheid bestaat dat het systeem de
pomp tegen een gesloten klep of onder het minimale
continue veilige debiet laat draaien, moet er een
beveiligingsinrichting worden geïnstalleerd om ervoor
te zorgen dat de temperatuur van de vloeistof niet tot
een onveilig niveau stijgt.
Als er omstandigheden zijn waarin het systeem de
pomp droog kan laten draaien of leeg kan opstarten,
moet er een vermogensmeter worden gemonteerd
om de pomp te stoppen of te voorkomen dat deze
wordt gestart. Dit is met name relevant als de pomp
een brandbare vloeistof verwerkt.
Indien lekkage van het product uit de pomp of het
bijbehorende afdichtingssysteem gevaar kan
opleveren, wordt aanbevolen een geschikt
lekkagedetectiesysteem te installeren.
Om te hoge oppervlaktetemperaturen bij lagers te
voorkomen, wordt aanbevolen om bewaking te
installeren voor de temperatuur of trillingen. De IPS
Beacon met een lokaal display is standaard voorzien.
Wanneer een gecentraliseerd besturingssysteem
nodig is, zal het nodig zijn om de IPS Beacon te
vervangen door geschikte temperatuur- en/of
trillingssondes.
5
INBEDRIJFSTELLING, OPSTART,
BEDIENING EN UITSCHAKELING
Pagina 26 van 67
DURCO MARK 3 ISO-FRAME GEMONTEERD NEDERLANDS 26999935 05-20
LET OP
Deze handelingen moeten worden
uitgevoerd door volledig opgeleid en
gekwalificeerd personeel.
5.1 Procedure voorafgaand aan de
inbedrijfstelling
Smering
5.1.1
Bepaal de wijze van smering van de pompset,
bijv. vet, olie.
LET OP
Vul bij oliegesmeerde pompen het
lagerhuis [3200] met de juiste oliesoort tot het juiste
niveau, d.w.z. met behulp van het kijkglas [3856] of
de oliefles met constant niveau [3855].
Figuur: 12: Kijkglas
Bij gebruik van een continue oliepeilregeling [3855]
moet het lagerhuis [3200] worden gevuld door de
transparante fles los te schroeven of te scharnieren
en te vullen met olie. De standaard Adams-
oliesmeringen en de Trico Watchdog oliepotjes zijn
zelfstellend en intern ontluchtend gebalanceerd.
Als er een verstelbare Denco-oliesmering is
gemonteerd, moet deze worden ingesteld op de
hoogte die in het volgende schema is aangegeven.
Figuur: 13: Constant-niveau-oliesmering
De met olie gevulde fles moet dan worden
teruggeplaatst door deze weer rechtop te zetten.
Het vullen moet worden herhaald totdat de olie
zichtbaar blijft in de fles. De geschatte olievolumes
staan in paragraaf 5.2.2, Lagerafmetingen en -
capaciteiten.
flowserve.com