Gebruik van de USER toets
Om de ingestelde USER toets te gebruiken, drukt u op USER1 tot USER3 knop of raakt u het
USER4 tot USER7 knoppictogram aan dat afgebeeld wordt wanneer u de LCD-monitor
aanraakt.
(Als u USER1 tot USER3 gebruikt)
USER1
≥ Om te wissen, drukt u op de USER toets of raakt u opnieuw de USER toetsicoon aan.
Om te wissen, of om de volgende functies voor de USER toetsen te gebruiken, raadpleegt
u iedere pagina in kwestie.
j Push AF (l 62)
j Zwart Faden (l 63)
j Wit Faden (l 63)
j Digitale zoom (l 64)
j Instelling van afspeelparallax (l 64)
∫ Schakelen van weergeven/niet weergeven van de USER toetsen
Er kan geschakeld worden tussen het weergeven/niet weergeven van de USER toetsiconen
op de LCD-monitor.
MENU
: [SW& DISP SET-UP] # [GEBR KNOP DISPLAY] # [AAN] of [UIT]
∫ Controleer de instelling van USER toetsen
Om de instellingen van de USER toetsen
(USER1 tot USER3) op het opnamescherm te
controleren, drukt u op de DISP/MODE CHK
toets en houd u deze ingedrukt.
USER2
USER3
(Als u USER4 tot USER7 gebruikt)
(In de opnamemodus)
ATW
USER4
Conv.R
USER5
3D
USER6
REC.C
USER7
(In de afspeelmodus)
ATW
USER4
Conv.R
USER5
3D
USER6
REC.C
USER7
j 3D Display (l 65)
j Recording Check (l 66)
j Wissen laatste scène (l 67)
j Selectie 3D video-uitgang (l 67)
- 61 -
SCN1 SCN2 SCN3 SCN4 SCN5 SCN6
DISP/MODE CHK