[BASS INSTELLING]
Verander de onderinstelling van de ingebouwde microfoon (5.1 ch) naar keus.
≥ Zet de [MIC INSTELLEN] op [SURROUND] of [ZOOM MIC]. (l 50)
[0dB]/[+3dB]/[+6dB]/[Windruis]
≥ Stel normaal gesproken in op [0dB].
≥ Selecteer [+3dB] of [+6dB] voor een sterk power-gevoel op het basniveau.
[2ch Mic. ALC]
[AAN]/[UIT]
≥ Zet [MIC INSTELLEN] op [2ch]. (l 50)
De geluidsvervorming kan minder worden als de ingebouwde microfoon (2 ch) of de externe
microfoon gebruikt worden door [AAN] in te stellen (
weergegeven) De opnames zullen met natuurlijk geluid gemaakt worden als [UIT] ingesteld
is.
≥ Gebruik de knoppen van de volumeregeling (CH1, CH2) om het ingangsniveau van de
audio te regelen.
[EXT. MIC INPUT1]
[-50dB]/[-60dB]
Stelt het ingangsniveau van de externe microfoon in, die op de aansluitingen van
audio-ingang 1 aangesloten is (XLR 3 pinnen).
[EXT. MIC INPUT2]
[-50dB]/[-60dB]
Stelt het ingangsniveau van de externe microfoon in, die op de aansluitingen van
audio-ingang 2 aangesloten is (XLR 3 pinnen).
wordt op het opnamescherm
- 115 -